Wim Vanhees: “Ik zie tuinen als belangrijke levensvatbare biotopen”

April 7, 2022
Marleen Bos, interview met Wim Vanhees, student Tuinarchitectuur en Beplantingsadviseur

Tijdens de opleiding bij Instituut voor Natuureducatie (IVN) voor natuurgids ontdekt Wim Vanhees hoe tuinen levensvatbare biotopen kunnen zijn. Hij gaat op zoek naar een opleiding om dit inzicht te combineren met goede tuinontwerpen. In september2021 start hij bij de OntwerpAcademie, zowel met Tuinarchitectuur als met de opleiding tot Beplantingsadviseur. “De ecologische grondslag van de lessen spreekt mij enorm aan.”

“Ik hou van ‘puzzels leggen’. In mijn vorige loopbaan, als pedagogisch adviseur, legde ik sociale puzzels. Als tuinontwerper zijn dat ruimtelijke en ecologische. Dat proces van puzzelstukjes in elkaar leggen tot het een geheel wordt, dat is heerlijk om te doen.”

“Bij het IVN in Apeldoorn gaf ik workshops ‘levende tuinen’. Tuinen waar je een fijne plek creëert voor vogels, insecten, egels, et cetera en uiteraard voor de tuineigenaren zelf. Maar met het creëren van zones in een tuin blijft het op dat niveau toch bij een samenraapsel van losse elementen. Ik vroeg me af: hoe maak je van de verschillende functies ineen tuin nou een samenhangend tuinontwerp?” Lachend: “ Ik ging googelen op trefwoorden als ‘tuinontwerp’,  ‘ecologie’ en ‘tuinarchitectuur’ en kwam in eerste instantie uit bij een andere opleider maar twijfelde over de opzet van de opleiding. Ik ging verder kijken en schreef me in voor een proefles bij de OntwerpAcademie. Het voelde gelijk goed.

Wim inventariseert de bodem van zijn ‘werktuin’ voorafgaand aan het derde opleidingsblok Tuinarchitectuur.


Lessen met ecologische grondslag

Onze docent Natascha van den Ban heeft ontzettend veel ervaring als docent en ontwerper van tuinen en landschappen met een ecologische inslag. Dat wil zeggen dat ze bij het ontwerpen van een tuin altijd uitgaat van de plek, van biotopen, van leefgemeenschappen van planten en dieren én van hoe mensen die plekgebruiken. Dat doe ik op zich ook, maar dan in een andere volgorde. Waar ik uitga van een tuin, gaat Natascha meer uit van een landschap. Ik vind het echt een meerwaarde als student het ontwerpproces te kunnen leren van iemand die haar sporen in het ecologisch tuinontwerp ruimschoots heeft verdiend,

De opleiding is opgedeeld in drie thematische blokken: Visueel, Compositie en Groen. Per blok werk je aan de hand van een bestaande, zelf ingebrachte tuin. Een heel efficiënte en leerzame aanpak, óók omdat elke medestudent natuurlijk weer andere uitgangspunten heeft waar hij of zij mee aan de slag gaat. Ik vind het ontzettend inspirerend om te zien hoe we allemaal enthousiast met hetzelfde bezig zijn. We zijn allemaal nieuwsgierig naar elkaars werk. Echt, zo’n leuke, inspirerende en leergierige opleidingsgroep heb ik nog niet eerder meegemaakt. Het is de basis waardoor we veel leren van elkaar.

“Zo’n leuke, inspirerende en leergierige opleidingsgroep heb ik nog niet eerder meegemaakt.”

De ontwerpfases van visie naar concept en van concept naar plattegrond vind ik spannend maar ook het meest bijzonder. Als je dat goeddoet, ontstaat er vanuit verschillende losse gegevens en wensen een overkoepelend concept. In die fase is het belangrijk het traditionele tuindenken – zoals bijvoorbeeld bomen plaatsen op de kavelgrens – los te laten. Het is magisch om te ervaren: als je het concept goed hebt doordacht, dan klopt het ontwerp van begin tot eind en is het een sterke eenheid. Ik hou het meest van ‘puzzels leggen’. In mijn vorige loopbaan, als pedagogisch adviseur, legde ik sociale puzzels. Als tuinontwerper zijn dat ruimtelijke en ecologische. Dat proces van puzzelstukjes in elkaar leggen tot het een geheel wordt, dat is heerlijk om te doen. Ook het ambachtelijke aspect vind ik heel bijzonder aan het ontwerpvak. Je kan mooie schetsen onder je handen laten groeien. Iets tastbaars creëren.

Ontwerp ‘Boomgaardtuin’ op nieuwbouwkavel als afsluiting van het opleidingsblok Compositie.


Levensvatbare biotoop

Wat ik wil meegeven aan een ontwerp? Ik wil de opdrachtgever, de tuineigenaren, het gevoel geven dat ze ‘thuis komen’ op hun favoriete stukje ‘leefbare aarde’ en elke dag weer ervaren dat wij mensen samenleven met planten en dieren. Laatst vroeg ik een opdrachtgever waar ze wil zijn na een dag hard werken. ‘Op de camping van La Fouly,’ zei ze. Heel toevallig ken ik die camping. Een meterbuiten de tent staan de wilde bloemen en struiken anderhalve meter hoog. Je ziet de volgende tent of camper bijna niet staan. Dan weet je als ontwerper wat voor beleving deze klant zoekt. Met zo’n beeld kan ik aan het werk om van de tuin een levensvatbaar biotoopje te maken. Een biotoop om in ‘thuis’ te komen.

Tijdens mijn opleiding voor natuurgids heb ik een jaar lang de ecologische samenhang van een bron op een open plek in een bos onderzocht. In die tijd was ik ook verhuisd en ik vroeg me af wat ik met mijn stenige stadstuin en vijver moest doen. Op een dag kwam ik thuis van mijn onderzoekslocatie in het bos, liep de achtertuin in en dacht: hé, ik heb hier ook een bron (de vijver) op een open plek (de stadstuin) in het bos (de schaduwen van huis en hagen). Zo is mijn visie ontstaan dat ook privé tuinen belangrijke levensvatbare biotopen zijn. Maar hoe breng je alles bij elkaar en maak je het tot een kloppend geheel? Daarom ben ik de opleiding Tuinarchitectuur gaan doen.

Een ontwerp als coproductie

Samen met de groep werken we nu toe naar het examen. En tussen de opdrachten door probeer ik mij zo breed mogelijk te oriënteren. Niet alleen de ecologische kant spreekt me erg aan, ook het leren creëren van vorm en ruimtes vind ik bijzonder. In het studiemateriaal zijn ook lees- en kijktips opgenomen. Ik heb nu net Open(ing) Spaces gelezen, van Hans Loidl en Stefan Bernard. Het boek behandelt de basisprincipes van het ontwerpen. Het gaat over allerlei ruimtelijke aspecten: Hoe kun je een hoogteverschil hoger laten lijken? Hoe laat je een pad op een logische manier aansluiten op een ander pad? Hoe ga je om met verblijfsplekken in een route? Hoe definieer je een ruimte? Ik vind het een geweldig boek en wat mij betreft ‘verplichte literatuur’ voor ontwerpers.

Collega-studenten Tuinarchitectuur met docent Natascha van den Ban links op de voorgrond.


Wat ik meeneem uit mijn vorige werk? Ik denk vooral de samenwerking met anderen. Een pedagogisch probleem uitzoeken en oplossen is altijd een coproductie met de betrokkenen. Ook ontwerpen is een coproductie. Ik betrek de opdrachtgevers sterk in het proces. Als ik zou mogen dromen over de komende jaren, dan zou ik het liefst op verschillende plekken in de groensector willen meekijken en samenwerken. Bijvoorbeeld met een hovenier, in een ecologisch ontwerpbureau of in een educatieve setting. En ook voor maatschappelijke organisaties als Steenbreek,  IVN of de Vogelbescherming. Kijk, als het aan mij ligt, veranderen zoveel mogelijk tuinen in kleine leuke levende biotoopjes.

Ik ben een groot natuurliefhebber  en nieuwsgierig naar alles dat groeit en bloeit. Samen met mijn vrouw ga ik al jaren naar de Alpen en sinds kort wonen we op de Veluwe. De laatste tijd ontdekte ik dat ik meer met groen bezig was dan met mijn pedagogisch adviesbureau. Ik heb mij overgegeven aan mijn grote liefde, zo voelt het.”

No items found.