De kracht van de kleine tuin

November 5, 2020
Marleen Bos
“Tachtig procent van mijn werk bestaat uit het maken van ontwerpplannen voor postzegeltuinen.” Lars Veenboer is tuin- en landschapsarchitect en al 15 jaar gespecialiseerd in het ontwerpen van stadstuinen in de regio Utrecht. Tijdens de Podium Boskoop-lezing van maandag 2 november jl. staat de kracht van de kleine tuin centraal. “Vanavond laat ik jullie zien hoe je ook voor de kleine stadstuin fantastische leefwerelden kunt creëren voor mens, dier en plant.”

Lars heet de volle zaal welkom en vraagt de aanwezigen naar de voordelen van een kleine tuin. De reacties variëren van “weinig onderhoud en minder duur” tot “geborgenheid en meer aandacht voor detail”.

Een definitie van een kleine tuin is er niet, maar Lars laat tuinen zien met oppervlaktes tussen de 20 en maximaal 100 m2. Van een extreem smalle pijpenla van 2 meter breed tot een tuin van 15 meter diep. Elke tuin biedt kansen en mogelijkheden, vertelt hij. In een kleine ommuurde en daardoor warmere tuin bijvoorbeeld kan wellicht worden gekozen voor meer exotische planten.

Ontwerpmiddelen

Vanavond staat de vraag centraal hoe je een kleine tuin zodanig kunt ontwerpen dat er een interessant beeld ontstaat en welke ‘trucs’ heb je daarvoor nodig. Op basis van 15 jaar ontwerpervaring heeft Lars er inmiddels een soort structuur voor gevormd. In zijn woonplaats schreef hij ooit een ‘prijsvraag’ uit voor de lelijkste tuin. Een ‘kanshebber’ was een smalle geheel betegelde tuin van 2,50 meter breed en 10 meter lang en ommuurd met een betonnen schutting. Slechts links en rechts enkele planten. In dit voorbeeld worden in feite de beperkingen benadrukt. Een andere veel gemaakte fout is dat men een kleine tuin als een soort Madurodam gaat invullen. Het advies is: laat iets gebeuren in een tuin, zorg voor een spanningselement, maar maak keuzes. Om te komen tot een passend ontwerp, maakt Lars een driedeling: concept, ontwerp en detaillering.

Concept

In deze fase kijk je naar de wensen van de klant, de omgeving, de juiste schaal en hoe je eenheid kunt brengen. Uiteraard dien je altijd serieus te kijken naar de wensen van de klant. De praktijk laat echter zien dat mensen over het algemeen heel veel willen. Maak keuzes en onderzoek of je bepaalde wensen kunt samenvoegen. Daarnaast is er veel te halen als je goed naar de omgeving kijkt. De context speelt altijd een rol. Door gebruik te maken van de context, zoals het ‘de tuin in trekken’ van groen of horizontale lijnen, doet de tuin groter lijken. Eenheid in een kleine tuin kun je realiseren door je te beperken in verschillende materialen en kleuren. Twee tot drie verschillende materiaalsoorten is voor een kleine tuin vaak het maximum.

Ontwerp

De ‘ontwerptrucs’ of ontwerpmiddelen zijn: diepte, hoogte, breedte, diagonalen, hoogteverschillen, werken met barrières, suggestie en spiegeling. Diepte kun je benadrukken door in bijvoorbeeld een langwerpige tuin een langwerpig element te plaatsen: een vijver of een plantenbak. Hoogte is te realiseren door een pergola of boom. Je creëert dan als het ware een plafond waarmee je de hoogte ervaarbaar maakt. De breedte benadrukken doe je door de volle breedte te gebruiken. De pergola in het voorbeeld beslaat dan bij voorkeur de volle breedte van de tuin.

Diagonalen brengen beweging en dynamiek in de tuin. Diagonalen zijn ook lange lijnen, je kunt ze als een schuine lijn door de tuin laten lopen of meer genuanceerd met een getrapte of zelfs een gebogen lijn. Hoogteverschillen voegen ruimtelijk gezien veel toe aan de (kleine) tuin, toch is het opvallend hoe weinig dit wordt toegepast. Met een zorgvuldig uitgekozen hoogteverschil zet je de compositie aan, leg je accent op plekken waarmee je de ruimtelijkheid maar ook de spanning sterker maakt. Een hoogteverschil in de vorm van een op- of afstap, vooral in combinatie met iets hogers zoals een pergola of boom, zorgt voor veel effect. Afstapjes en treden zorgen er feitelijk voor dat de beweging wordt vertraagd, het maakt je bewust dat je een nieuwe ruimte of ander deel van de tuin in gaat. Hoogteverschillen zorgen ook voor een ‘spel van schaduwen’, hetgeen meer diepte suggereert.

Barrières zijn er in alle soorten en maten: een plant net voor een bocht zodat je niet kunt zien waar het pad heen gaat of eindigt, een pergola in het midden van een tuin of het bewust weglaten van een verbindend pad tussen twee terrassen waarbij het tussenliggende gras dan de barrière is. Het slim combineren van ontwerpmiddelen maakt de compositie en daarmee de tuinbeleving sterker. Het toepassen van suggestie is een bekend en veel toegepast ontwerpmiddel. We kennen het onder andere vanuit de landschapsstijl. De kunst is om zowel het begin als het einde aan het oog te onttrekken. Je ziet bijvoorbeeld een waterpartij door de tuin lopen, maar je kunt niet zien waar deze eindigt. Hetzelfde effect kun je bereiken met een rondgaand wandelpad. Het verdwijnt subtiel achter een groep struiken om op een andere plek in de tuin weer op te duiken.

Werken met spiegeling, reflecties en lichteffecten zijn heel aantrekkelijke middelen die direct meerwaarde toevoegen aan de beleving in de tuin. Een vijver waarin de weerspiegeling is te zien van een boom of oevervegetatie, werkt betoverend. Boomkronen waar het zonlicht doorheen schijnt en het zonlicht verstrooit en zachter maakt. Bedenk dat een vijver, waterpartij of waterschaal onder een bepaalde hoek voor reflecties van het licht op een gekozen oppervlak kunnen zorgen. Water in de tuin is belangrijk voor veel vormen van leven in de tuin en het wateroppervlak zelf zorgt voor veel ruimtesuggestie.

Detaillering

Naast compositie en ontwerp is ook de materiaalkeuze van belang. Ontwerpers bedienen zich van kleur, textuur, legverbanden, kunst, groen en dieren om de beoogde ruimtelijke effecten van een compositie te versterken. Een aantal spreken voor zich: felle kleuren zoals rood, geel en blauw, vragen aandacht en verkleinen een ruimte, terwijl grijsachtige tinten een ruimte groter doen lijken. Een lange tuin wordt langer als het verhardingsmateriaal in de lengterichting wordt gebruikt en een glad gestucte muur oogt ruimtelijker dan bijvoorbeeld een gemetselde muur. Met materiaal als grind of houtsnippers, versterk je het vlak zelf.
Bij textuur doelen we op hoe grof of fijn een bepaald oppervlak is. Bomen met grove bladeren zoals een Catalpa, verkleinen een ruimte, in tegenstelling tot soorten met heel fijn loof zoals een Tamarix. Combineer je ze met elkaar, grofbladig vooraan en een meer fijne textuur achteraan, dan vergroot je het effect.

Met een kunstwerk, een beeld, borrelend of opspattend water creëer je een centrum waar de aandacht naar toe gaat, het doet je de beperkte ruimte vergeten. Dieren tenslotte zorgen eveneens voor aandacht. Vogels die zich tegoed doen aan vijgen of bijen die zoemend de ene na de andere bloem bestuiven. Lars laat tot slot nog een aantal tuinontwerpen zien waarbij de diverse ontwerpmiddelen terugkomen.

Enkele boekentips:

  • 39 Tuinplannen van de Deense tuin- en landschapsarchitect Sorensen
  • De omsloten tuin van Rob Aben en Saskia de Wit
  • 12 Tuinen - landschapsarchitecten, tuinontwerpers en eigenaren over de hedendaagse tuin
No items found.