












“Eerlijk gezegd had ik een vrij romantisch beeld van het vak: veel buiten zijn en schetsen in het groen. Maar het ontwerpen zelf gebeurt uiteindelijk toch vooral binnen, aan je bureau en achter je computer. Mijn keuze voor de OntwerpAcademie komt wel uit dat beeld vandaan, ik las op de site over buitenopdrachten, het tekenen als rode draad en de excursies als onderdeel van de opleiding. Dat gaf voor mij de doorslag.”

“In juni 2019 ben ik gestart met de opleiding. Ons huis was net verbouwd en de tuin was ook toe aan een opknapbeurt. Mijn interesse voor de natuur om mij heen, de wens meer te doen met mijn creativiteit en het idee om zelf mijn tuin te gaan ontwerpen, kwamen toen samen. Ik ging op zoek naar cursussen en opleidingen en hoe meer ik mij erin verdiepte hoe enthousiaster ik werd. Uiteindelijk besloot ik het professioneel aan te pakken en te kiezen voor een langere opleiding als basis voor een eigen tuinontwerpbureau.

Ik merkte al snel dat het de juiste keuze was. In mijn hoofd heb ik altijd veel ideeën, maar daar deed ik weinig mee. Tijdens de opleiding ontdekte ik dat ik mijn ideeën kon vertalen naar papier. Ik kon mijn creativiteit een richting geven. En hoewel ik daarvoor nooit tekende, bleek dat juist een onderdeel te zijn dat goed bij mij past. Ik vind het echt magisch hoe een ontwerpidee in mijn hoofd eerst in 2D op papier verschijnt, daarna met behulp van bepaalde tekentechnieken in 3D tot leven komt en tenslotte wordt uitgevoerd door de hovenier waardoor het idee realiteit wordt. Het is steeds een heel mooi moment om door je eigen ontwerp te lopen.

Welk soort opdrachten mij tijdens de opleiding vooral inspireerden? Nu ik er op terugkijk heb ik juist veel geleerd van opdrachten die ik in eerste instantie nogal vaag vond en vaak drie keer moest lezen voordat ik snapte wat de docent nou precies bedoelde. Bijvoorbeeld de huiswerkopdracht waarbij we een rode stip, witte en zwarte stroken moesten uitknippen om er vervolgens een tegenstelling mee uit te beelden. Daar heb ik lang mee zitten stoeien. Maar bij het vierde woord kreeg ik de smaak te pakken en het tiende woord werd een waar kunstwerk. Met deze opdracht leerde ik een ruimte in te vullen met een abstract gevoel en niet puur met concrete elementen als een pergola en een trampoline.

Als ik begin met een ontwerp probeer ik het gevoel, de gewenste sfeer die de opdrachtgever voor ogen heeft, te vertalen naar een ontwerp. Hoe ik dat doe? Door vragen te stellen als: Waarom wil je de tuin aanpassen? Zit je graag in de ochtend-, middag- of avondzon? Waar ga je graag naar toe met vakantie? De ‘juiste’ vragen stellen is een kwestie van doen en ontdekken waar je wat mee kunt. Natuurlijk heeft de klant vaak zelf ook al een idee in zijn hoofd of op papier. Ik maak dan ook meestal twee schetsen. Eén gebaseerd op het idee van de klant en één meer vanuit het gevoel dat er bij mij ontstaat na het zien van de tuin en naar aanleiding van het gesprek. Daarbij spelen budget, praktische of noodzakelijke indelingen een belangrijke rol. Soms krijg ik helemaal de vrije hand om een tuin te ontwerpen en ja dat is heerlijk, echt volledig vanuit de tuin iets creëren dat past bij de plek.

Voor mij is het meest bijzondere aan het vak dat ik een plek creëer op papier die daarna werkelijkheid wordt. Zo’n ontwerp is toch wel een soort kindje dat ik koester. Daarom vind ik het ook erg belangrijk dat het goed wordt uitgevoerd. Ik werk inmiddels veel samen met een hovenier die kwaliteit levert voor een goede prijs. Als ik een ontwerp af heb gaan we samen kijken op de locatie of (afhankelijk van de coronamaatregelen) hebben we telefonisch contact over de uitvoeringsdetails. Dat vind ik erg fijn, want dan wordt het project exact uitgevoerd zoals ik het heb bedoeld. En als er eventueel dingen anders uitpakken kunnen we samen naar een oplossing zoeken.

Mijn droom voor de toekomst is te kunnen ontwerpen waarbij ik niet gebonden ben aan wat er te koop is op de markt. Ik heb vaak ideeën die (nog) niet bestaan en dan moet ik op zoek naar iets wat daar het meest op lijkt. Het liefst zou ik elementen zelf laten maken zodat de uitstraling precies klopt.
Als tuinontwerper streef ik bovendien naar ecologisch verantwoorde tuinen. Met meer groene tuinen, een groenere omgeving, een bijdrage leveren aan een gezondere wereld. Dat is in feite een droom waar ik als tuinontwerper nu elke dag aan werk.”
www.elusietuinontwerp.nl
Zoals onderwijsdeskundige David Kolb al stelde, heeft ieder mens zijn of haar eigen leerstijl. Waar de een het liefst een boek pakt, leert de ander het best door te experimenteren. Ontwerpvraagstukken kunnen we ook op verschillende manieren benaderen. Als aankomend professional is het belangrijk te ontdekken op welke manier je het meest effectief werkt. Minstens zo belangrijk is dat je ontdekt uit welke werkwijze je het meeste plezier haalt. Bij het kiezen van je werkwijze, kun je je ook laten leiden door de aard van de opdracht.
Globaal genomen zijn er vier manieren om een ontwerpvraagstuk te benaderen:
Let wel, de indeling als bovenstaand betekent niet dat de methoden volledig van elkaar gescheiden zijn. Daarover straks meer.
Bij deze methode start je op rationele en systematische wijze met de inventarisatie (ruimtelijk, situationeel en functioneel) van de te ontwerpen ruimte. Hierbij staat de vraag centraal: wat is er allemaal, wat zie ik en hoe komt de ruimte op mij over? Afmetingen in relatie tot de beschikbare ruimte, verhoudingen, kleurgebruik, uitstraling van materialen, gevelverdeling, de vorm van de kavel, de manier waarop de woning is geplaatst, etc. De kunst is om meteen ‘ruimtelijk’ oog te leren kijken en alle aspecten te benoemen. Door schetsen te maken van de ruimte, kun je jezelf hierin trainen. Of maak foto’s als direct schetsen een te grote stap is. De foto’s print je uit en teken je over met behulp van transparant papier. Al tekenend kun je inventariseren, analyseren en leren te benoemen wat je opvalt aan de ruimte.

Dit is een methode waarbij je het programma van eisen centraal stelt en vandaar uit de functies een plek geeft. Zo ontwikkel je een paar scenario’s waarbij je steeds zoekt naar het op logische wijze samenvoegen en rangschikken van onderdelen die met elkaar te maken hebben. Je maakt bijvoorbeeld een ‘vlekkenplan’ waarbij de toegewezen plek van een gewenste functie, gerelateerd is aan de omstandigheden. Je plaatst bijvoorbeeld geen terras in een looproute en concludeert wellicht dat het gezien de oppervlakte van de tuin, logischer is van twee aparte terrassen er één te maken.
Een vlekkenplan is een scenario, géén concept. Met een vlekkenplan geef je op schetsmatige wijze aan welke functies er op welke plek kunnen plaatsvinden.

Je kunt als ontwerper ook uitgaan van wat een tuin voor de opdrachtgever betekent – al dan niet naar aanleiding van zijn of haar uitgesproken mening .Voor de een kan het een oase van rust zijn, een ander ziet het als het verlengstuk van de woonkamer met alle bijbehorende luxe materialen, een derde vindt dat de tuin een antwoord moet geven op klimaatverandering. De dieper liggende visie ‘kleurt’ de manier waarop je een tuin of andere buitenruimte gaat inrichten. Een sprekend voorbeeld uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is de visie van ontwerper Louis Le Roy.

Voor deze ‘ecoloog avant la lettre’ waren buitenruimtes plekken om een diversiteit aan groeivoorwaarden voor vegetaties te creëren. Door bouwmaterialen en puin in borders, tuinen en groenstroken te verwerken, creëerde hij hogere en drogere delen die de ene keer in de zon en dus droger en de andere keer in de schaduw en dus vochtiger waren. Door veel verschillende soorten groeiplaatsomstandigheden te ontwikkelen, konden veel verschillende planten er zich vestigen. Het geheel moest vooral ook een zo natuurlijk mogelijk karakter krijgen. Le Roy ontwikkelde een duidelijk standpunt.
Ook zijn er ontwerpers die direct beginnen met het maken van maquettes of beelden verzamelen nadat ze een tuin of andere buitenruimte hebben gezien. Een goed voorbeeld daarvan is de Franse ontwerper Yves Brunier – hij maakte prachtige, collageachtige impressies, soms ook gecombineerd met fototechnieken en verf. Het ontwerp voor het Museumpark in Rotterdam is van zijn hand.

Waar de start van jouw ontwerpproces ook ligt, er zal altijd een fase in het ontwerptraject zijn dat je niet ontkomt aan het benoemen en duiden van typische kenmerken die horen bij een bepaalde plek. Intuïtieve ontwerpers slaan deze fase niet over, maar leggen elders in het ontwerptraject de relatie met de inventarisatie en analyse. Er is in die zin geen vaste route om tot je concept te komen. Je kiest de route die op dat moment het beste past bij de ontwerpvraag én die het beste past bij jezelf.
De praktijk laat bovendien zien dat er niet altijd een strikte scheiding is waarop je je ontwerp benadert. De ene keer staat je pet veel meer in de richting van een visie, de andere keer past het beter om het vraagstuk rationeel te benaderen. En natuurlijk hangt het ook af van het soort opdrachtgever, de omvang van het project, de ontwerpvraag en in welke context het plan zich bevindt. Niet elke vraag kun je op dezelfde manier beantwoorden.

Het ontwerpproces is een ingewikkeld proces, je moet rekening houden met veel factoren. Het is een continu proces van zoeken, afwegen en toetsen. Uiteindelijk gaat het er om dat je een zeker standpunt inneemt. Hoe kijk jij er naar als ontwerper? Het mooie en interessante van het ontwerpvak is dat je in zekere zin altijd de mogelijkheid krijgt iets te vertellen, te laten zien of goed te maken, ongeacht de afmeting van de tuin.
Voor welke benadering of startmoment je ook kiest, maak in elk geval altijd een begin en blijf niet wachten tot je alle informatie voorhanden hebt. Je kunt al heel veel met hetgeen je tot je beschikking hebt.
Wil je meer weten over de opleiding Tuinarchitectuur of ons andere aanbod? Zaterdag 11 september a.s. is er weer een Studievoorlichtingsmiddag. Meld je aan, dan rekenen we op je komst.

Je eigen eetbare planten kweken is momenteel razend populair en daar horen zeker ook kruiden bij. Het grote voordeel van kruiden is, dat je er maar weinig ruimte voor nodig hebt, je gebruikt slechts enkele takjes per maaltijd. De kunst is de juiste soorten te kiezen. Of het nu gaat om een vensterbank, klein balkon of een royale tuin, een schaduwplek of een zonovergoten groeiplaats, voor elke plek zijn geschikte kruiden te vinden.

Al eeuwenlang worden kruiden in vele culturen gebruikt en gekweekt. Historie en natuurlijk ook hele praktische zaken, worden tijdens de module Kruiden belicht. Zoals het (her-)kennen van de soorten, waar ze van nature groeien, hun ecologische waarde en hun toepassingsmogelijkheden. Kortom, een rijke bron aan informatie en ideaal voor de aanleg van een ‘eetbare tuin’.
De module Kruiden vormt een onderdeel van de uitgebreide modulaire cursus Plantenkennis Compleet. Alle modules zijn afzonderlijk te volgen.
Foto’s: Max Houtman
Als groenopleider vinden we het belangrijk onze studenten niet alleen theoretische kennis aan te bieden, maar er vooral ook veel met ze op uit te trekken en ze het groen ‘te laten beleven’. Sinds kantoor en leslocatie zijn gevestigd tegenover groothandel Greenlink ontstaan er nieuwe samenwerkingen en ontwikkelen we steeds nieuwe initiatieven met als doel studenten Tuinarchitectuur en Plantenkennis te laten kennismaken met de uitgebreide mogelijkheden binnen de groensector.

Excursiecoördinator Jorien Launspach: “De excursie Boskoops Glorie is onderdeel van de opleiding Tuinarchitectuur. Inhoudelijk draait de excursie vooral om veredelingstechnieken, vermeerderingsmethoden, verschijningsvorm van planten en bomen, handelsprijzen en al die onderwerpen die er voor zorgen dat de student meer idee krijgt wat er zich bij leveranciers afspeelt. Daarnaast laten de verschillende onderdelen een mooi en divers beeld zien van Boskoop met uiteenlopende kwekers. De gidsen vertellen elk op hun eigen vakgebied gedreven over hun werk en dat heeft zijn weerslag op de studenten. Zelf heb ik geen groene achtergrond, maar ook voor mij zijn het drie leerzame en zeer interessante dagen.”

De Boskoopse meesterbloembinder Debora Treep is een van de rondleiders bij kwekerij Het Groene Huis: “Als aanvulling op de theorie brengt de OntwerpAcademie op allerlei manieren professionals en studenten bij elkaar om kennis te delen en te inspireren. Het is een visie die mij en zeker ook de studenten zeer aanspreekt. Ze zijn enthousiast, leergierig en blij met de stap die ze hebben gezet. Een aantal werkt al in het groen en zoekt verdieping, anderen maken een carrièreswitch en onderzoeken nog welke kant ze op willen. Een excursie als deze sluit perfect aan bij de opleiding. Ze bezoeken een mix aan organisaties met allerlei soorten beplanting en uiteenlopende toepassingen.”

Landschapsadviseur Fred Booy is eigenaar van kwekerij Het Groene Huis: “Het is leuk en belangrijk om studenten Tuinarchitectuur en Plantenkennis de diversiteit van Boskoop te laten zien. Het is een fijne club, heel geïnteresseerd in natuurvriendelijk kweken en ecologisch verantwoord ontwerpen. En met interessante en inhoudelijke vragen. Dat vind ik ook het leuke aan rondleiden, de aanwezige kennis en de vragen bepalen mede mijn verhaal. Zo is elke dag anders. Ik denk dan ook dat Jorien drie totaal verschillende dagen heeft ervaren."

Onze excursies zijn (mede) toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is in tuinarchitectuur, beplanting en tuinen. De kwekerijen en tuinen aan het Rijneveld in Boskoop zijn bovendien te bezoeken op elke laatste zaterdag van de maand. Kijk voor meer informatie in de agenda op onze website.