












Kun je een positieve ontwikkeling vieren? Wat mij betreft wel! En zeker als het gaat om de prachtige inheemse boomsoort, de iep. Na de decennia lange strijd tegen de iepenziekte staat het geslacht Ulmus weer volop in de belangstelling. Jarenlang onderzoek heeft een reeks aan ziekte resistente soorten opgeleverd en de nodige kennis t.a.v. het indammen van de ziektegevoeligheid. Deze comeback is zeker een feest, ook voor tuinbezitters!

Je kunt boekwerken vol schrijven over het iepengeslacht ofwel Ulmus, de evolutie, de lange cultuurgeschiedenis en de vele hybrides en cultivars. Waar het in deze blog vooral om gaat is de gebruikswaarde voor onze tuinen. Er zijn inmiddels generaties opgegroeid met relatieve onbekendheid t.a.v. iepen, dus een beknopte inleiding is misschien wel op zijn plaats.
In ons rivierenland waren iepen ooit algemeen voorkomende bomen. Op voedselrijke en kalkhoudende bodem ontstonden diverse bostypes met iep als kensoort. Het essen-iepenbos bijvoorbeeld, Fraxino-Ulmetum in de vegetatiekunde genoemd, kenmerkt zich door de zeer goed ontwikkelde en soortenrijke boom-, struik- en kruidlaag, inclusief veel stinsenplanten. Een ecologisch waardevol bostype met grote biodiversiteit.
Iepen bleken zich ook thuis te voelen op vochtige veengronden en bestand tegen zeewind. Dit zorgde in de Middeleeuwen voor succesvolle aanplant langs grachten van steden in kustprovincies, met name in Holland. Amsterdam is nu nog het grote voorbeeld hiervan en in 2005 zelfs uitgeroepen tot Iepenhoofdstad van Europa.

Iepen leveren van oudsher hoogwaardig en waardevol hout. Het geliefde iepenhout bleek voor veel gebruiksvoorwerpen geschikt en bomen werden in de loop der eeuwen veelvuldig gekapt. Daarbij moesten veel bossen op de vruchtbare gronden uiteindelijk wijken voor landbouwgrond. Vanaf het begin van de twintigste eeuw zorgde de iepenziekte nog eens voor een verdere afname van het iepenbestand, uiteindelijk op dramatische schaal. Nu, na bijna een eeuw van diverse kweekprogramma’s, zorgvuldige monitoring en selectie, zijn diverse cultivars resistent gebleken en wordt de iep weer in toenemende mate toegepast in ons landschap en onze steden.

Ulmus is een geslacht van ongeveer 40 soorten. De meeste iepen zijn vrij snelgroeiende en grote bomen die makkelijk met elkaar kruisen. Dit geldt zeker onze 3 inheemse soorten, die op en aantal punten goed te onderscheiden zijn: Ulmus minor, de veldiep heeft visgraatachtige takken met kurklijsten, U. glabra, de ruwe iep heeft qua blad een ruwe bovenzijde en zachtbehaarde onderzijde en U. laevis, de fladderiep heeft gesteelde bloemen en vruchten.
Belangrijke gezamenlijke kenmerken van deze soorten zijn vooral het blad met scheve, ongelijke bladvoet en de dubbelgezaagde bladrand. De bloemen zijn klein, waarbij de witte stempels en rode tot purperen helmhokjes het meest opvallen. De bloei is vroeg, in maart-april en de samara’s, de gevleugelde nootjes, dwarrelen rond juni van de bomen.
Maar wereldwijd zijn er nog veel meer iepensoorten, die afwijken van deze kenmerken door bijvoorbeeld bloei in de herfst, langzame groei, geringe hoogte en vooral: weinig gevoeligheid voor de iepenziekte. Al met al zijn vele soorten gekruist om uiteindelijk bij te dragen aan een gezond iepenbestand.

Afgezien van het inmiddels zeldzame beeld van Ulmus minor als haagplant, worden iepen vrij weinig in tuinen toegepast. Het beeld van de iep als snelgroeiende, grote boom mét gevoeligheid voor iepenziekte is daar natuurlijk debet aan. Maar er zijn ten minste vijf overtuigende redenen om juist wel te kiezen voor iepen in onze tuinen, als je maar de juiste soort kiest.
Allereerst blijken laagblijvende iepensoorten veel minder vatbaar voor de gevreesde schimmelaantasting. Daarnaast is de ziekteverspreiding via de wortels, zoals bij aanplant van grote aantallen in monoculturen, bij tuinen niet aan de orde. Ecologisch zijn iepen van grootbelang, vooral als waardplanten voor veel waardevolle vlindersoorten. Bovendien zijn iepen bomen van de toekomst: ze zijn bestand tegen wind, hitte, periodieke droogte en hoge waterstanden en dat maakt ze klimaat adaptief. En tot slot, iepen zijn prachtige, karaktervolle bomen. En dat is zeker niet de minst belangrijke reden!

Voor particulieren met een groot perceel in het buitengebied, waarbij de voorkeur voor inheemse soorten geldt, is de fladderiep, Ulmus laevis een hele geschikte keuze. Deze forse iepensoort blijkt veel minder gevoelig voor iepenziekte en wordt tegenwoordig ook met succes toegepast in bosplantsoen. Voor grote tuinen in het stedelijk gebied is de vrij recent in Amerika ontwikkelde cultivar ‘New Horizon’ een zeer betrouwbare keuze. Een boom van uiteindelijk 25 meter hoogte, die momenteel veel in openbaar groen wordt aangeplant.
Voor de vele tuinbezitters met een wat meer bescheiden tuinafmeting, zijn er diverse opties met een verscheidenheid aan bladgrootte, -kleur, -vorm en habitus. De bekendste en meest toegepaste soort in tuinen is de goudiep, Ulmus ×hollandica ‘Wredei’, een cultivar van de Hollandse iep. Ulmus ×hollandica is van oudsher een hybride tussen de inheemse soorten U. glabra en U. minor en kent heel veel verschillende cultivars. De cv ‘Wredei’ heeft mooi gekroesd blad, goudgeel bij het uitlopen in het voorjaar, geelgroen in de zomer en een stralend gele herfstkleur. Aanvankelijk een smalle zuilvormige groei, later een ronde kroon en een uiteindelijke hoogte van 7 tot 12 meter. De smalle jeugdvorm blijkt soms misleidend voor tuinbezitters, waardoor de uiteindelijke afmeting helaas zorgt voor vroegtijdige kap. Kennis van de uiteindelijke habitus blijft altijd essentieel bij een boomkeuze, vooral bij beperkte ruimte.
De prieel-iep, Ulmus glabra ‘Camperdownii’ is een treurvorm met mooi groot blad en sterk afhangende takken, waardoor een dicht bladerdek ontstaat. Een langzame groeier met een uiteindelijke hoogte van ongeveer 6 meter. Zoals meestal bij treurvormen zijn het uiteindelijk brede groeiers.
Ulmus minor ‘Jacqueline Hillier’ is een bijzonder fraai, grillig boompje met klein blad. Deze kleine, langzaam groeiende boom wordt uiteindelijk niet hoger dan 4m. Voor tuiniers met minder geduld en behoefte aan ‘instant impact’, zijn volwassen exemplaren verkrijgbaar, elk met een unieke grillige habitus. Wie op zoek is naar een wat onbekendere bol boom, kan kiezen voor Ulmus glabra ‘Nana’ geënt op een stam, de bol-iep. De cultivar benaming nana wordt altijd gegeven aan dwergvormen. Het is een langzame groeier waarvan de hoogte mede afhangt van de entplek, maar zelden hoger wordt dan 5 meter.
Tot slot twee cultivars van de uit Azië afkomstige Ulmus parvifolia, een iepensoort die in verschillende opzichten afwijkt van onze inheemse soorten. Parvifolia betekent klein bladig en het kleine blad heeft een enkel-gezaagde rand. De bloemen zijn zachtgeel en bloei valt in de vroege herfst. De bast heeft een sierlijke afschilfering en wordt in het Engels ‘lacebark’ (kantachtige schors) genoemd. Er zijn diverse cv’s geschikt voor kleine tuinen en zelfs voor toepassing in bakken. De bontbladige cv ‘Geisha’ heeft een zeer grillige, breed-spreidende groeiwijze en wordt niet hoger dan 2m. ‘Hokkaido’ met hele kleine groene blaadjes wordt veel toegepast als bonsai. Vanwege de langzame groei en geringe afmeting perfect voor potten en bakken; een toepassing die bovendien zorgt dat de grillige habitus extra opvalt.
Hopelijk inspireert deze blog plantliefhebbers om iepen vaker toe te passen in tuinen. Met ecologie en klimaatbestendigheid als belangrijke actuele thema’s, hebben iepen veel te bieden. Als perfecte stadsboom zijn ze bovendien heel divers qua verschijning en hebben grote sierwaarde. Daarom is het een mooie ontwikkeling dat er weer meer oog is voor dit prachtige geslacht. Een toekomst met meer iepen is zeker iets om te vieren.
Op een dag weet je het: ik word zelfstandig tuinontwerper. Het feit dat je dat op eigen kracht doet, daar wil ik op ingaan. Voor wie deze beslissing ooit heeft genomen, is het vaak een memorabel moment. Het gaat gepaard met zowel euforie- ik weet precies wat en hoe ik het wil - als onzekerheid. Zodra je de keuze hebt gemaakt, dienen er zich vragen aan als: kan en durf ik dit, hoe begin ik? Het buiten je comfortzone gaan, leidt tot het zien van beren op je weg. Gelukkig is bewezen dat juist het bewandelen van nieuwe paden, maakt dat je beter wordt. Beter dan dat je op de gebaande paden blijft. Ga buiten je comfortzone en oefen; ga het vak beoefenen(vlieguren maken) én ga buiten je veilige paden. Juist die combinatie maakt je goed in je vak.

Het is zaak, dat zodra je de beslissing tot zelfstandigheid hebt genomen, je dat tegen iedereen vertelt. Maak het wereldkundig, bij de buurvrouw, de kapper, je vrienden, familie… Op die manier oefen je je pitch en wordt het zelfstandig zijn voor jezelf steeds duidelijker. Je kunt dat pitchen thuis voorbereiden, spreek er vervolgens vooral veel buitenshuis over. Luister goed naar positieve reacties, geef het gewoon aan als je ergens nog over twijfelt of zover nog niet bent (daar ga je dan mee aan de slag). Laat je niet ontmoedigen, de negatieve reacties hoor je aan en je denkt bij jezelf: ik zal bewijzen dat het anders is. Naast dat je op deze manier je eigen verhaal duidelijker krijgt, begin zo de mond-tot-mondreclame.
Daarnaast kun je natuurlijk ondersteuning zoeken, sowieso bij de Kamer van Koophandel, een ervaringsdeskundige, een coach. Als zelfstandige kun je ook samenwerken en naast advies geven, ook advies inroepen. Want zelfstandig je vak uitoefenen, wil niet zeggen dat je voortaan alles alleen moet doen!
Denk je zelf na over het starten van een eigen ontwerpbureau? Maandag 8 maart a.s. begint de nieuwe cursus Start je eigen bedrijf.
Adri Voorwinden, docent Tuinarchitectuur: “Een buitenopdracht is een vast onderdeel tijdens elke les. Hier maken de studenten een dwarsprofiel van een sloot. Zonder dat je meet, kun je door te kijken heel veel wijzer worden."

Concrete tuinontwerpopdrachten die worden uitgevoerd door studenten Tuinarchitectuur, vanaf het eerste contact met de opdrachtgever t/m de presentatie van het ontwerp. Dat is kort samengevat wat een StageProject is. “Ideaal als voorbereiding op het examen,” liet Anetta Gerding weten tijdens de evaluatie van haar project, “en voor het opdoen van extra praktijkervaring.” Sinds de eerste lockdown in maart, zetten we in de rubriek Tips & Nieuws regelmatig een StageProject in de schijnwerpers. Twijfel je of het voor jou nu een goed moment is? Wil je weten wat er komt kijken bij het uitvoeren van een project? Voor deze en andere vragen kun je terecht bij stagebegeleider Peter Kroesen, via stage@ontwerpacademie.nl.
TIP: StageProjecten zijn ook toegankelijk voor oud-studenten. Wil je de draad weer oppakken? Of je ontwerpvaardigheden aanscherpen? Stuur een e-mail naar studentenzaken@ontwerpacademie.nl en we helpen je verder.

De eigen tuin, maar ook stadsparken en andere groenvoorzieningen zijn afgelopen jaar een belangrijk toevluchtsoord gebleken: om te ontspannen, te relativeren en om elkaar toch te kunnen ontmoeten. De belangstelling voor een groene leefomgeving, duurzaamheid en biodiversiteit nemen toe, evenals banen in de groensector. In september zijn we daarom gestart met een nieuw initiatief: via onze vacaturepagina GroenWerkt! brengen we groenbedrijven en (oud-)studenten Tuinarchitectuur en Plantenkennis met elkaar in contact. Wij kennen zowel de kwaliteiten van onze studenten als de behoefte binnen de groensector. GroenWerkt draagt bij aan de ideale match! Neem een kijkje op de vacaturepagina en neem contact op met Hans Anvelink via werk@ontwerpacademie.nl voor meer informatie.
Nieuw is de ontwerpwedstrijd voor studenten en oud-studenten Tuinarchitectuur en Plantenkennis. Met als doel het aanscherpen van ontwerpvaardigheden waarbij we deelnemers uitdagen na te denken over innovatieve ontwerpoplossingen voor maatschappelijke, ecologische en/of sociale vraagstukken. We kondigen het juist nu - in deze nieuwsbrief - aan, omdat we dus ook oud-studenten van harte uitnodigen mee te doen. Heb je interesse? Stuur een e-mail naar: studentenzaken@ontwerpacademie.nl o.v.v. Ontwerpwedstrijd Unlock de Lockdown!
Naast de online begeleiding in de eigen lesgroep, kun je elke maandagmiddag (online) terecht bij het OpenAtelier voor vragen, extra examenbegeleiding of het bespreken van je StageProject. Ook dit aanbod geldt voor oud-studenten.

Een nieuwe rubriek op deze plek. In een serie blogartikelen laten we oud-studenten en oud-cursisten terugblikken op de lessen Tuinarchitectuur of Plantenkennis en vragen we hoe het nu met ze gaat. Vers van de pers kun je hier het verhaal lezen van tuinontwerper Jetteke Sjouke.

Ondanks corona-onderbrekingen groeit de belangstelling voor de Podium Boskoop-lezingen. Daar zijn we blij mee. De sprekers variëren van eigen docenten en specialisten uit Boskoop en omgeving tot nationaal aansprekende namen in de groensector. Via de agenda en sociale media houden we je op de hoogte wanneer we de lezingenserie weer opstarten.
o.a. donderdag 11 en zaterdag 27 maart > dagopleiding Tuinarchitectuur
o.a. donderdag 4 en dinsdag 16 maart > avondopleiding Tuinarchitectuur
diverse instroomdata in maart en april > cursussen Plantenkennis
maandag 1 maart > cursus Start je eigen bedrijf in de groensector
o.a. dinsdag 9, 16 en 30 maart > workshop Ontwerp je eigen Tuin
donderdag 1 april > cursus Biodivers Ontwerpen
Meld je hier aan voor de Studievoorlichting of Proefles op zaterdag 6 maart a.s.

Houd de website in de gaten voor nieuwe ontwikkelingen en volg ons op LinkedIn, Facebook en Instagram.

We weten allemaal dat er op het vlak van het klimaat veel speelt. Veranderingen zijn merkbaar. Steden worden warmer, door droogte, hittestress, de biodiversiteit staat onder druk en er spelen zaken omtrent CO2 en stikstof. Stilzitten is geen optie.
Ontwerpers van tuinen en buitenruimtes zijn bij uitstek de professionals die hun steentje kunnen bijdragen aan een gezondere leefomgeving, te beginnen bij de tuin. Want als je alle tuinen, qua oppervlakte bij elkaar optelt kom je aan een oppervlakte zo groot als de Veluwe. Als ontwerpers de particuliere tuinbezitter weet te overtuigen van de noodzaak van een groene tuin inclusief de materialen die daarin worden verwerkt, ontstaat er ook een andere mindset bij de consument. En die is op lange termijn nodig om samen het verschil te maken voor een groenere en meer gezonde leefomgeving.
De klimaatveranderingen werken door in de schaal van de tuin. Met actuele vragen als: Hoe maken we een tuin duurzamer? Wat kunnen we doen om de biodiversiteit te vergroten? Water langer vasthouden, CO2 uitstoot beperken of zelfs opnemen? Hoe kunnen we wateroverlast, hitte en droogte geïntegreerd aanpakken?
De aanleiding voor het organiseren van een ontwerpwedstrijd is het aanbieden van extra uitdaging en oefening voor onze studenten tijdens de huidige lockdown. Daarnaast biedt een wedstrijd als deze, mogelijkheden een aantal werelden bij elkaar brengen. Want de student dagen we uit zijn/haar ontwerpvaardigheden verder te ontwikkelen en te koppelen aan relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Te kijken met een nieuwe oorspronkelijke blik, met als doel het verhogen van de ontwerpvaardigheden in conceptueel- en innovatief denken.
De wedstrijd stellen we open voor alle huidige en oud-studenten Tuinarchitectuur en Plantenkennis. Voor meer informatie kun je een e-mail sturen naar studentenzaken@ontwerpacademie.nl.
Maandag 29 maart a.s. is de sluitingsdatum voor de definitieve inzendingen, maandag 12 april a.s. maken we de winnaars bekend tijdens het OpenAtelier.
Hieronder een aantal afbeeldingen ter inspiratie 😉