












Ambachtsdorp is een van de unieke CPO projecten 1) op de oude fabriekslocatie op het NRE-terrein. In dit nieuwbouwproject ontwikkelden negen particulieren hun eigen woning. Deze woningen hebben, al dan niet direct, toegang tot de gezamenlijke binnentuin van 9 bij ruim 17 meter. Peter Kroesen: “De uitdaging voor dit project was vooral het bij elkaar brengen van de verschillende wensen en ideeën, binnen beperkte mogelijkheden. Als afsluiting van zijn opleiding Tuinarchitectuur in 2021 wilde Ruud Strauven met een stageproject meer ervaring opdoen in het ontwikkelen van een concept. Bij het zien van zijn ontwerpwerk leek hij mij juist op dit onderdeel al een sterke kandidaat en een goede match voor dit project. Niet in het minst door zijn ervaring als productontwikkelaar en ontwerper in de creatieve sector.

Omdat de tuin ommuurd is, is er slechts gedurende een korte periode zon in de tuin. Samen met de zichtlijnen, de looplijnen en de functies heeft Ruud de hoeveelheid zon en schaduw helder in kaart gebracht en gecombineerd met de wensen van de bewoners: een klein gezellig hofje, een groene oase, ruimte om te spelen voor de kinderen, maar vooral een losse, natuurlijke uitstraling. Als basis voor zijn ontwerp koos Ruud voor een link met de geschiedenis van het NRE-terrein. Uit zijn presentatie: ‘Het gebied heeft een rijke industriële historie en dat is nog te zien aan diverse industriële gebouwen in de omgeving. De typerende ronde gashouders van verschillende afmetingen die vroeger op het terrein hebben gestaan, lijken op oude luchtfoto's willekeurig verspreid te zijn over het gebied. Deze ronde vormen zijn ook op de plattegrond van de binnentuin toegepast.’

Gaandeweg het traject kwamen Ruud’s kwaliteiten goed tot uiting: zijn gestructureerde manier van werken, het inventariseren van alle ideeën, wensen en mogelijkheden, het bepalen van de rode draad. Maar ook bleek hij goed in staat alle betrokkenen op een lijn te houden bij onvoorziene omstandigheden. Zo werd voorafgaand aan de presentatie van het definitieve ontwerp bekend dat bijna de gehele tuin moest worden voorzien van infiltratiekratten om te zorgen voor een goede afvoer van het hemelwater. Hierdoor was het zeer beperkt mogelijk om bomen en heesters toe te passen en dus een uitdaging om voldoende hoogte aan te brengen tussen de terrassen. Met alleen vaste planten is het hem gelukt de gewenste uitstraling te creëren.”

Lachend: “Ruud zocht een uitdaging. Met het managen van dit complexe project, inclusief het presenteren voor een groep van tien personen, werd het een andere dan hij van te voren had bedacht. Ook daarom zijn stageprojecten van zo’n grote waarde: door het hele traject te ervaren – van eerste contact met de klant tot aan de presentatie van het ontwerp – ondervinden studenten waar hun kracht ligt en waar ze eventueel nog aan moeten schaven. Wat mij betreft is Ruud op alle onderdelen glansrijk geslaagd.”
1) CPO staat voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap

“De workshop Ontwerp je eigen tuin heeft ons enthousiasme aangewakkerd. De indeling voor de tuin is helder en we kunnen nu ook beter de best passende tuinplanten kiezen.” – Haye
In maart starten de workshops weer, in deze blog neemt beplantingsspecialiste Modeste Herwig je alvast mee met nuttige tips en aansprekende voorbeelden.
Samen met tuin- en landschapsontwerper Peter Kroesen kijk je tijdens de eerste dag van de workshop naar de gewenste sfeer die je tuin moet krijgen en de harde materialen die daarbij passen. Veel aandacht besteedt Peter aan het bepalen van de rode draad voor je ontwerp, het concept. Wat zijn je uitgangspunten, wat past bij jou, je huis en de omstandigheden, hoe gebruik je je tuin? Kortom: hoe kun je met je tuin uitdrukking geven aan je ideeën. wensen of betekenissen. Peter is als geen ander in staat je te helpen zoeken naar de rode draad. Vervolgens maak je eerst een schets om goed naar alle mogelijkheden en wensen te kijken. In de tweede fase werk je de definitieve versie van je ontwerp uit.

1. Wat voor tuin wil je? Stel jezelf eerst de vraag: wat wil ik precies? Een formele tuin om naar te kijken, een fijne speeltuin voor dekinderen, of bijvoorbeeld een strakke tuin met kleurige borders. Maak een wensenlijstje van tuinonderdelen en verzamel knipsels en ander materiaal van tuinen die je aanspreken. Denk ook aan de praktische kant, een pad naar de schuur of bijvoorbeeld houtopslag, en de financiering van het project.
2. Structuur bepalen. Een tuinontwerp zorgt voor een indeling van de ruimte, een duidelijke structuur van vlakken en lijnen. Symmetrie, strakke lijnen en grote vlakken geven rust, een asymmetrisch patroon zorgt voor de nodige spanning. Paden en terrassen vormen het raamwerk van een tuin. Teken een evenwichtige compositie op de plattegrond van je tuin.
3. Harde materialen kiezen. Het karakter van de tuin wordt voor een groot deel bepaald door de gebruikte harde materialen. Bepaal van tevoren welke stijl de tuin moet krijgen en kies materialen die daar bij passen. Twee tot drie verschillende materialen zijn over het algemeen voldoende.

Tijdens de tweede dag van deze workshop gaan we de beplanting ontwerpen, ik help je daarbij samen met beplantingsdeskundige Miranda Spaan. De buitenruimte wordt pas echt een tuin met veel mooie planten! Als je de maat, de vorm en de juiste plek voor de beplanting met hulp van Peter tijdens de eerste dag hebt bepaald, kun je de planten gaan kiezen. Let daarbij op de bloeitijd, vorm en kleur en de hoogte en breedte van een plant. Mooi blad is zeker belangrijk, want de meeste planten bloeien maar enkele weken. Extra zaken waarop je kunt letten bij je keuze: wintergroen, wintersilhouet, geur, vlinderplant en mooie vruchten. Dan zijn er tenslotte de behoeften van de plant, heel belangrijk voor een goede groei en bloei. Houd daarom rekening met de lichtbehoefte van de plant en de bodemeisen. Als we goed naar alle wensen en mogelijkheden hebben gekeken, teken je het beplantingsplan in op de plattegrond van je tuin.

In de royale, zonnige voortuin op bovenstaande foto, is aan weerszijden van het pad een border gemaakt. Hier kun je tussen de planten door lopen om er optimaal van te genieten. Vanuit de woonkamer is er een goed zicht op de borders. Dezelfde soorten worden herhaald zodat er een mooi geheel ontstaat, door afwisseling van kleuren en vormen ontstaan er boeiende combinaties. De witbonte kornoelje heeft fraai blad, in de winter kun je genieten van de rode takken. Een super sterke struik die je goed kunt snoeien. In het vroege voorjaar bloeit er een mix van kleurige tulpen tussen de vaste planten.
Witte knoop, Anaphalis triplinervis ‘Sommerschnee’
Struisriet, Calamagrostis xacutiflora ‘Karl Foerster’
Bonte kornoelje, Cornus alba ‘Elegantissima’
Ooievaarsbek, Geranium ‘Rozanne’
Zomeraster, Kalimeris incisa ‘Madiva’
Duizendknoop, Persicaria amplexicaulis ‘JS Caliente’ en ‘Rosea’
Duizendknoop, Persicaria polymorpha
Vetkruid, Sedum ‘Matrona’
Andoorn, Stachys monieri ‘Hummelo’
Gelderse roos, Viburnum opulus ‘Compactum

Is je tuin groter dan 800 vierkante meter? Volg dan de workshop Ontwerp je eigen tuin XXL. In een eerdere blog kun je meer lezen over deze workshop. Gelijk inschrijven voor de twee-of driedaagse workshop kan natuurlijk ook!
“Prettige en leuke workshop. De investering meer dan waard!” – Ellen
“Ik was tijdens mijn examenopdracht veel tijd kwijt aan het uitzoeken van de juiste beplanting. Nu merk ik dat ik steeds meer parate kennis heb over welke planten wel en welke minder verstandig zijn om te gebruiken op een bepaalde plek"
"In november 2019 startte ik met de opleiding Tuinarchitectuur. Kort daarvoor had ik besloten een dag minder te gaan werken en was binnen de school waar ik met veel plezier werk, geswitcht van afdelingsleider onderbouw naar docent Onderzoek & Ontwerpen. Ik had weer behoefte aan werken vanuit vormgeving en was toe aan nieuwe dingen leren. Mijn oorspronkelijke studie is een kunstvakopleiding, ik was acht jaar docent handvaardigheid en kunstgeschiedenis. Daarnaast ontwikkelde ik door de jaren heen steeds meer liefde voor groen en tuinieren. In het weekend zit ik altijd wel ergens in een tuin te prutsen, heerlijk vind ik dat. Dus toen ik na wat zoeken op internet bij de OntwerpAcademie las over Tuinarchitectuur, leek me dit precies wat ik zocht. Ook sprak me de instroommogelijkheid aan waardoor de klassen bestaan uit zeer gemotiveerde studenten met heel verschillende achtergronden.

En, het bleek een schot in de roos. Aan de ene kant de overlap met mijn interesses en aan de andere kant alsof er een nieuwe wereld werd geopend. De opleiding, de manier van lesgeven, de ecologische basis en de verrassende invalshoeken – het levert naar mijn idee echt iets anders op dan de doorsnee groenopleiding. Wat ik bijvoorbeeld prettig vond was dat er in de les ook beeldend kunstenaars en niet-groenontwerpers als inspiratiebronnen werden aangehaald. Ook het in de klas bespreken van elkaars werk, heeft me veel gebracht. Een originele opdracht waar ik regelmatig aan terugdenk is waarbij we tuinmaterialen gingen fotograferen op het terrein van TuinVisie in Utrecht. Van die stapels tegels en gebundeld tuinhout maakten we vervolgens een uitsnede die we als basis gebruikten voor een tuinontwerp. Een echte ‘Dolf-opdracht’ en heel inspirerend.

De opleiding Tuinarchitectuur ben ik heel onbevangen gestart. Ik dacht: ik ga gewoon beginnen en kijk wat het me brengt. Halverwege bleek ik het zó leuk te vinden dat ik voorzichtig serieuzere plannen begon te maken. Omdat ik daarnaast sowieso graag mijn kennis over planten wilde uitbreiden en uitdiepen, besloot ik na Tuinarchitectuur gelijk verder te gaan met Plantenkennis. Je kunt als liefhebber een hoop opzoeken op internet, maar een gedegen cursus is wel even wat anders. Bovendien is het essentieel als tuinontwerper dat je weet welke beplanting je het beste kunt kiezen om het beeld te krijgen dat je voor ogen staat. Ik ben nog niet eens halverwege, maar nu al merk ik dat ik steeds meer parate kennis heb over wat wel en wat niet verstandig is om te gebruiken op een bepaalde plek voor een specifiek ontwerp.
Goed aan de cursus vind ik hoe de opbouw van de lessen samenhangt met wat er op dat moment in die periode interessant is om te zien. Beide docenten hebben ontzettend veel kennis en de toepasbaarheid is altijd hun uitgangspunt. Het is wel aanpoten omdat de docenten veel laten zien en behandelen. Voor mij werkt het ’t beste mij goed voor te bereiden, anders gaat er teveel langs me heen. De aansluitende bezoekjes aan Greenlink in Hazerswoude-Dorp en andere kwekerijen vind ik een heel fijne aanvulling. Zo zie je ruimtelijke effecten van de planten die we in de lessen bespreken. Ook hier gaat het weer om de toepasbaarheid. Zo waren we op een winderige novemberdag op bezoek bij een grassenkwekerij en ervaarde ik concreet het effect van wuivende grassen in verschillende kleuren.

Vorig jaar hakte ik de knoop door en besloot echt aan de slag te gaan als zelfstandig tuinontwerper. En deze maand heb ik mijn eerste eigen tuinontwerp opgeleverd! Wat voor mij bovenaan staat als ik met een ontwerp begin? In eerste instantie de wensen van de klant. Het is hún tuin, zij moeten zich er gelukkig in voelen. Vervolgens is het leuk als ik de opdrachtgever kan meenemen of als we samen kunnen toewerken naar een verrassend ontwerp waar schoonheid van de beplanting en een goede compositie de meeste nadruk krijgen. Tegelijkertijd, een tuin waar je je in de meest vreemde bochten moet wringen om je fiets in de berging te kunnen zetten… dát vind ik niet sterk. Binnen een tuinontwerp moet je altijd rekening houden met de gebruiksfuncties. Tja en wat ik wil meegeven aan een ontwerp?” Lachend: “Het zou wel heel leuk zijn als mijn tuinontwerp het zou winnen van Netflix. Je kunt toch beter afgeleid zijn door wuivende bamboe dan een matige serie op televisie? Hoe mooi is het als je blikken kunt vasthouden met iets dat goed is ontworpen?

Het bewerkstelligen van een groene verandering rondom iemands woning is altijd geweldig. Dat je van een kleine patiotuin met vurenhouten schuttingen, driefietsen en een konijnenhok een aangename plek kunt maken met groen, kleur en het liefst ook geur, geeft op zijn minst voldoening. Maar het meest aantrekkelijke voor mij is dat je boven een plattegrond met potloden en geknipte vormen kan schuiven tot je iets nieuws hebt wat je in je gedachten al kunt voorstellen. En dan het liefst ook nog in drie of vier varianten. Dát vind ik het allerleukste aan het ontwerpvak. Als ik denk aan een (ontwerp)droom voor de toekomst, lijkt me een binnentuin van een bungalow of schoolgebouw heel gaaf om te doen. Een tuin ontwerpen waar je op uitkijkt vanuit diverse ruimtes.”
www.irmajansentuinontwerp.nl
Afgelopen zomer stelden we onze collega’s voor aan de hand van hun tuin. Vanaf september is ons docententeam flink uitgebreid met onder andere de Boskoopse Marlien van der Linden, docent Plantenkennis. We vroegen haar: hoe ziet jouw tuin er uit in de winter? En hoe bescherm je de planten tegen kou en wind? Ze schreef er een blog over en vertelt over één van haar favorieten: Daphne bohlua ‘Jacqueline Postill’.
Onze tuin noemen wij ons kleine paradijs. We voelen ons ‘bofkonten’ met de flinke lap grond midden in de Randstad! Zowel mijn man – een rasechte boomkweker – als ik, net begonnen als docent Plantenkennis bij de OntwerpAcademie, genieten er met volle teugen van.

De tuin heeft een kader van wat grotere bomen, van inmiddels zo’n dertig jaar oud, een verdeling in drie tuinkamers met hier en daar flinke pollen niet woekerende bamboe, Fargesia. Dit alles geeft beschutting voor de wintertuin. De noordoosten wind wordt op deze manier zoveel mogelijk tegengehouden en biedt ons de kans om 'kantje boord’ planten uit te proberen, met planten die net wel, net niet winterhard zijn in het westen van Nederland. Die moeten het vervolgens dan echt zelf redden, we dekken ze niet af. We vragen grote zelfredzaamheid van onze planten. Eén van onze favorieten in dit verband is Daphne bohlua ‘Jacqueline Postill’.

Daphne – of Peperboompje in het Nederlands – hoort bij de Thymelaeaceae/Peperboompjesfamilie en is dus de naamdrager van deze familie. We kennen het Peperboompje als een oudroze, bladverliezend struikje met een typische vertakking die het vooral goed doet op klei. Daphne bohlua komt van origine voor in het Himalayagebergte en wordt Nepalese papierplant genoemd.
Deze Daphne is wintergroen en wordt groter dan D. mezereum, zoals het bekende Peperboompje heet. Uit zaailingen heeft de Engelse veredelaar Postill – in dienst bij de beroemde kwekerij Hillier – er één geselecteerd die beter zijn blad vasthoudt in de winter. De selectie bleek bovendien beter bestand tegen kou en geurde net zo heerlijk als de soort. Reden genoeg voor Mr. Postill om hem op de markt te brengen. En, het privilege bij een eigen gevonden selectie is dat je hem zelf een naam mag geven. Mr. Postill noemde de plant naar zijn vrouw Jacqueline.
Geurende bloeier van eind januari tot ver in maart
Bij ons in de tuin is deze bladhoudende heester inmiddels al meer dan 2 meter hoog en zo’n 70 cm breed. Voor Nederlandse begrippen een flink exemplaar! Over het algemeen zijn Daphne soorten niet gemakkelijk maar deze doet het heel goed, ook op onze veengrond. Wel hebben we 'm net iets hoger geplaatst zodat hij niet te nat komt te staan bij veel regenval. Elke winter staat onze Daphne te bloeien en te geuren van eind januari tot ver in maart en maken de eerste rondvliegende insecten dankbaar gebruik van zijn nectar.

Nou hadden we in 2018 nog een nijdig staartje winter in maart dat ons, trots op onze eyecatcher, toch bezorgd maakten voor bevriezing. Tegen onze principes in hebben we Daphne toen toch – letterlijk en figuurlijk – een jas gegeven om zon en wind van het blad af te houden. Want dat is het geheim van de smid: een wintergroene plant blijft verdampen in tegenstelling tot de bladverliezende heesters. Maar als de wortels in bevroren grond staan, kan er geen vocht opgenomen worden en staat hij gewoon te vriesdrogen. Zorg je dat de wind en/of zon er niet bij kunnen komen, dan krijgt de plant het niet zo voor zijn kiezen.
Raadzaam is dan om ademend materiaal te gebruiken om mee af te dekken. Geen plastic, dan maak je er een broeikasje van waarin de temperatuur juist zal oplopen, wat nog meer verdamping veroorzaakt. Dus gebruik jute of een oud gordijn, een stuk vliesdoek is helemaal mooi. Staat een plant in een pot, dan is het aan te bevelen om bubbeltjesfolie om de pot te wikkelen zodat de plant rustiger bevriest en weer ontdooit.
Onze Daphne staat er nu – begin januari 2022 – al weer veelbelovend bij: de knoppen zitten klaar, het loof is mooi donkergroen. Nog even en we kunnen weer genieten van dit jaarlijkse spektakel van bloem en geur!