












Geuren, smaken, klanken, ze roepen vaak sterke emoties en herinneringen op. Onze zintuiglijke beleving is krachtig. Logisch natuurlijk, want we hebben net als dieren zintuigen ontwikkeld om te kunnen overleven. Van onze vijf zintuigen maken we vooral gebruik van het zien. Beeld bepaalt onze keuzes, vooral door de centrale rol van de vele media in ons huidige leven. Het visuele is ook in onze tuinen het meest bepalend. Maar er valt zoveel meer te beleven.

Het lijkt een open deur, want natuurlijk kiezen we al regelmatig voor planten met geur en voor soorten met een zachte textuur, ofwel een ‘aaibaarheidsfactor’. Maar uiteindelijk selecteren we voornamelijk op wat we willen zien en zelden op al onze zintuigen.
Zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn onze voornaamste zintuigen. Je kunt je voorstellen dat wanneer ze alle vijf even positief worden geprikkeld, onze beleving sterk wordt verrijkt. Vaak gebeurt dat onbewust. Denk maar aan een wandeling in de natuur, waarbij je vanuit nagenoeg alle zintuigen geniet van de omgeving. Vertaald naar de tuin kunnen we dan ook veel bewuster kiezen voor planten en materialen die al onze zintuigen prikkelen.

Materialen hebben een groot effect op de klankbeleving. Harde materialen weerkaatsen geluiden, terwijl zachte materialen dempen. Ook water speelt een belangrijke rol. Stilstaand water in een vijver draagt klanken, terwijl bewegend water hinderlijke geluiden kan camoufleren. Beplanting en de hoogte ervan is ook bepalend, waarbij bladmassa dempt en hout (stam en takken) resoneert. Bladvormen hebben grote invloed op het spel van wind en beweging, denk aan de diverse soorten geritsel en geruis.
De beleving van de buitenruimte op basis van klank is dan ook niet alleen van waarde bij mensen met een beperkt gezichtsvermogen. Er is een enorm palet aan klankkleuren die je kunt inzetten bij de beleving van een tuin.

Bij geurende planten denken we direct aan bloemen; de variatie aan bloemgeuren is natuurlijk overweldigend. Maar bloei is vaak van korte duur. Aromatische bladeren of andere plantdelen, zoals bijvoorbeeld bij veel kruiden en naaldbomen, zorgen voor een veel langere geurbeleving. Bepaalde houtsoorten, waterelementen, half verharding en zelfs bodemprocessen kunnen allemaal een rol spelen bij het vrijkomen van geuren. Geur wordt vaak gezien als aangename bijkomstigheid, maar als het een hoofdrol mag spelen, krijgt de ruimte een hele waardevolle extra dimensie.

Het zelf verbouwen van voedsel is nog nooit zo in de belangstelling geweest. Eigen kweek en oogst is dé trend van deze tijd. Moestuinen, voedselbossen, stadslandbouw, steeds meer plekken worden ervoor benut. En niet in de laatste plaats vanwege de smaak. Biologische teelt zorgt voor veel meer smaakontwikkeling bij groente en fruit. En waar bloemen tot voor kort alleen bewonderd werden om hun geur en schoonheid, zorgen ze nu voor een extra smaakbeleving. Kruiden, groenten, fruit en bloemen, de kleinste ruimte of wand wordt steeds vaker ingericht om iets eetbaars te laten groeien. Een terechte ontwikkeling, al valt er altijd nog winst te boeken bij het structureel kiezen voor planten vanwege hun smakelijke delen.

Bij het kiezen van zowel de grijze als de groene materialen speelt de gevoelsbeleving, bewust en onbewust, een grote rol. Hoe iets aanvoelt, kan doorslaggevend zijn. En ondanks dat onze voorkeur eerder uitgaat naar dingen die aangenaam voelen, kan een contrast zorgen voor een versterkend effect. Zoals een overgang van verharding naar gras of zand. Of het verschil tussen stekels en zijdezachte texturen. Het roept verschillende emoties op en het bewust inzetten van materialen en beplanting voor specifieke gevoelens is zeker een meerwaarde bij de beleving van de buitenruimte.

De overwegingen bij het kiezen van beplanting zijn nog nooit zo duizelingwekkend geweest. Alle actuele thema’s zoals klimaatbestendig, duurzaam, ecologisch, het hele jaar door interessant, eetbaar enz. maken het verre van makkelijk om een keuze te maken.
De globalisering zorgt dat we voortdurend het gevoel hebben de complete wereldproblematiek te moeten meedragen. Het is dan ook begrijpelijk dat de behoefte aan ‘een eigen geborgen plek’ steeds sterker wordt. Een eigen plek waar rust en ruimte voor al je zintuigen kan bijdragen aan een geestelijke balans. En in de hectiek van onze huidige tijd, is zo’n plek zeker geen overbodige luxe.

Niet dat ik er per se op tegen ben maar spullen moeten gemaakt worden, kosten grondstof en brandstof voor het transport. Bovendien is de levensduur vaak beperkt. Een goed geplaatste boom waar qua soort goed over nagedacht is fungeert prima en feitelijk nog beter als verkoeler ten opzichte van schaduwdoek. Het maakt je terras bovendien leefbaarder, biedt een fraai winterbeeld en brengt hoe dan ook meer leven in je tuin.
Lees er meer over in dit artikel.
Informatief artikel in het vakblad Stad + Groen van woensdag 19 februari 2025, zie deze link
In het artikel stipt Jeroen Zijlmans, beleidsadviseur arbeidsmarkt en onderwijs bij de VHG, een aantal toekomstige uitdagingen aan zoals de hovenier als ‘klimaatoplosser’ waarbij ontwerp, aanleg en beheer hand in hand gaan.
Ook haalt Zijlmans de noodzaak tot integrale samenwerking aan met verschillende partijen. In eerdere blogs heb ik daar over geschreven dat samenwerking niet alleen tot een beter product leidt maar een (gedeeltelijke) oplossing kan zijn voor het tekort aan arbeidskrachten, vooral aan de ‘voorkant’ van het tuinaanleg proces - het ontwerp!
Voor hoveniers zijn er bovendien riante subsidie mogelijkheden om vakkennis te verrijken. Ben je hovenier en aangesloten bij de VHG, kijk op Colland voor meer informatie.

Maar toch wil ik het deze keer over iets anders hebben, te weten: wat kun je met de opleiding tot beplantingsadviseur?
Regelmatig wordt dit door studenten of andere geïnteresseerden aan mij gevraagd. Leuk om op deze plek hier eens op in te gaan.
Na een jaar de opleiding te hebben gevolgd zou je ongeveer 600 planten moeten kennen, in ieder geval de weg weten hoe je achter een naam kan komen. Daarnaast krijg je veel informatie over andere belangrijke zaken zoals bemesting, biodiversiteit, plantkwaliteit, handelsmaten, veredeling, groeiplaatsomstandigheden en nog veel meer.
In de opleiding besteden we circa 80% van de tijd aan het kennen en herkennen van plantensoorten en de overige tijd aan praktische werkvormen en de onderliggende theorie.
Maar dan... Welke functies kan je bekleden als beplantingsadviseur?
Veel hoveniersbedrijven zijn kundig in het maken van bestrating, houten constructies, vijvers enz. En oh ja er moeten ook nog planten in. Niks mis met zo’n bedrijf want ze kunnen goed werk leveren maar aan de beplanting zie je dat er meer in zou kunnen zitten. De beplantingsadviseur is van grote meerwaarde voor dit soort bedrijven.
Dit soort ontwerpers hebben we misschien ook wel op school, in de praktijk zeker. Tuinontwerpers of – architecten die een kei zijn in ruimtelijk inzichten, het handig oplossen van lastige hoeken, één en al creativiteit zijn. Maar dan wordt het voor hen moeilijker. Welke plant past bij de sfeer van het ontwerp maar voldoet ook aan de omstandigheden zoals bodem, water en zonlicht. Weer een plek voor de beplantingsadviseur! Vooral als het gaat over samenwerking met een ontwerper.
Als derde optie zou je als zelfstandige aan de gang kunnen. Niet iedereen wil zijn tuin op de schop zetten. Een goede opknapbeurt, een border herinrichten nadat de steigers van een verbouwing weer de tuin uit zijn.
Er zijn best mensen die graag tuinieren maar niet goed weten waar te beginnen, zijn bang om iets niet goed te doen. Die kan je aan de hand nemen in een rondje door de tuin en leg je uit wat ze kunnen doen. Onder het kopje duurzaam of milieubewust zet je jezelf in de markt, want hoe langer je met een tuin doet, hoe duurzamer. Met wat kleine aanpassingen kun je de tuin pimpen. Je kunt eenabonnement o.i.d. afspreken zodat je werk houdt, ook in de toekomst. Dan hebben we het natuurlijk over het verdienmodellen.
Dit kan je ook heel goed doen als je ontwerpen en beplantingsplannen maakt; je voert het uit (of laat uitvoeren) en vervolgens afspreekt een aantal keer terug te komen voor bijsturing. Het is nu eenmaal levend materiaal en ondanks je kennis kunnen er toch dingen anders lopen. Ook Piet Oudolf verplicht zijn klant tot nazorg door hem of één van de mensen waar hij mee samenwerkt. Een win-winsituatie: jij kan je ontwerp volgen, de klant is blij met de begeleiding want zijn tuin blijft mooi door op tijd besturen.

De eerste vacatures bij gemeentes en ontwerpbureaus zijn al voorbij gekomen. Het kan gaan over de inzet van meer vergroening in de buurt, buurt bewonersprojecten coördineren vanuit de overheid, enz.
Bij grotere ontwerpbureaus werkt men met beplantingsspecialisten, dat zijn professionals die beschikken over veel parate plantenkennis en de ontwerp uitgangspunten van de ontwerper moeiteloos kunnen door vertalen naar groene(streef)beelden. De beplantingsadviseur begint daar waar de (tuin)ontwerper eindigt.
Om je een idee te geven over de werkzaamheden volgt hier een opsomming:
Jazeker, je kunt nog terecht bij tuincentra als adviseur of hoofd inkoop bij een plantengroothandel of iets dergelijks, het is maar net welke ambitie je hebt.
Heb je tips voor nog meer functies of ben je al aan de slag als beplantingsadviseur? Wij zijn erg benieuwd naar je ervaringen, reageren kan via dit blog.