












Is de opleiding beplantingsspecialist ook interessant als je met kleine tuinen bezig bent?
Hoe maak je de vertaalslag naar de kleine tuin vanuit grotere landschappen? Hoe ga je om met onderwerpen als permacultuur? En is de opleiding Beplantingsspecialist ook interessant als je in kleine tuinen werkt?
Vragen van studenten en geïnteresseerden zijn belangrijk voor ons omdat we met het beantwoorden van die vragen concreet kunnen inzoomen op de specifieke aspecten.
Stel je het volgende voor:
Beplantingsspecialist is een 2-jarige opleiding waarbij plantenkennis – dus het kennen en herkennen van planten – een belangrijke rol speelt. Waar in het eerste jaar – bij beplantingsadviseur - het accent op het kennen en herkennen ligt bewegen we in het 2e jaar in de richting van andere beroepsrollen als de: ontwerper, beheerder en ecoloog. Sortimentskennis is een, er mee om kunnen gaan - het materiaal toepassen - is twee!

Keuzes maken
Omdat de specialist geacht wordt zowel over sortimentskennis als over ontwerpinzicht te beschikken is deze professional in staat om voor elke situatie een passende oplossing te vinden. Daktuinen, stedelijk groen, landschappelijke tuinen, institutioneel groen en dus ook kleine tuinen.
Hoe kleiner de tuin hoe duidelijker de keuzes moeten zijn die de beplantingsspecialist maakt. Kennis en ontwerpinzicht zijn daarbij onontbeerlijk.
In het tweede jaar trainen we het denken vanuit beplantingsbeelden die we kennen vanuit het landschap. Je leert de opbouw en essentie van die beplantingsbeelden te benoemen en toe te passen naar de kleinere schaal. Weten waar je met de beplanting naar toe wil kan alleen doelmatig als je een beeld voor ogen hebt.
Als beplantingsspecalist leer je ontwerpvaardigheden, maar je denkt ook na over ecologie, beheer en de communicatie die er voor nodig is om plannen re realiseren. Je leert het plantmateriaal zien als middel om jouw ontwerp ideeën uit te drukken. De ontwerp kant speelt een belangrijke rol bij de specialist, denk aan composities, plantstrategieën, streefbeelden en beheer.

Vakkenvullen
De praktijk is toch nog vaak dat de tuin of beter het tuinontwerp als een grabbelton gezien wordt waarbij de vakken opgevuld moet worden met beplanting. Het lijstje van de opdrachtgever, de voorkeursplanten van de ontwerper of hovenier worden op een aardige manier bij elkaar gebracht en het beplantingsplan is klaar. Dat heeft meer weg van vakken vullen dan dat het te maken heeft met ontwerpen. Het is ook niet per se een duurzame of toekomstbestendige manier van werken. Ontwerpen met beplanting is dat je leert kijken naar de ontwerp uitgangspunten en die weet te verbinden aan de context, de eigenaardigheden van de plek, de architectuur en uiteraard de wensen van de opdrachtgever.
Groeiplaatsomstandigheden vormen de basis.
Tijdens de opleiding leren we je om als ontwerper naar de situatie te kijken en er een verdiepingsslag in te maken door er op de juiste manier op te reageren. Met de keuze van je beplanting en de daarbij behorende beelden, maak je ontwerp uitgangspunten expressief. Deze bewuste en op ontwerp gerichte werkhouding is het verschil tussen hoe niet-ontwerpers beplantingsvraagstukken benaderen en beplantingsspecialisten.

Uitgesproken beplantingen
Het ontwerp beginsel is voor elke denkbare situatie toepasbaar ook als je geïnspireerd bent door bijvoorbeeld permacultuur, voedselbossen en andere uitgesproken beplantingen. Wat je fascinatie ook is het begint allemaal met een doordacht ontwerpplan, een passende groenstructuur, duidelijk beplantingsbeeld en streefbeelden.
Permacultuur is in de basis gestoeld op ecologische principes waarbij we op zoek gaan naar een zodanige plantensamenstelling dat planten op basis van wederkerigheid voordeel hebbn van elkaar en daardoor een optimale opbrengst hebben. Beplantingsspecialisten hebben kennis van bodem, water en ecologie en baseren hun sortimentskeuze mede op basis van deze uitgangspunten.
Als beplantingsspecialist leer je heldere criteria te formuleren. Die criteria liggen in lijn met het ontwerp en de omstandigheden. Op basis van die criteria selecteer je het sortiment. Eetbaar of niet, biodiversiteit, biologisch gekweekt het zijn allemaal criteria die je feitelijk in de laatste fase van het proces meeneemt en mede bepalend zijn voor de soortkeuze.
Wildheid
Een ander actueel aspect is het toelaten van verwildering in de tuin.
Verwildering in een tuin vraagt – hoe tegenstrijdig dat ook voelt - om het maken van keuzes en het creëren van groeivoorwaarden.
Een beplantingsspecialist heeft voldoende ontwerpvaardigheid in huis om een set van ingrepen voor te stellen waarmee je vormen van wildheid toelaat.
Een misvatting bij de consument is om te denken dat je er met een bloemenweide mengsel of een bospakket voor 2 m2 wel bent. Verwildering vraagt om duidelijke keuzes en onderhoud op langere termijn met het oog op blijvend prettig gebruik.
Wildheid vraagt om een zekere stilering om als wild te mogen schitteren en niet als rommel ervaren te worden.
Wat dit laatste betreft kan het geen kwaad te waken voor uitholling van de begrippen biodiversiteit, duurzaam, ecologisch verantwoord, tiny Forest, klimaat adaptief. Voor al deze begrippen geldt dat je niet om de successie heen kunt en dat onderhoud in welke vorm dan ook nodig is op het moment dat je de tuin gaat gebruiken.

Duurzaam
Duurzaam is ook dat je keuzes durft te maken. Niet alles kan in een tuin. Tegelijkertijd ziet de specialist kansen om overgangen te creëren en de groeiplaatsomstandigheden optimaal te benutten met een minimale investering van middelen en materialen.
Hopelijk helpt bovenstaande uitleg bij het krijgen van een beter beeld van wat de opleiding tot beplantingsspecialist inhoudt.

Meters maken
Studeren bij de OntwerpAcademie houdt in dat we studenten uitdagen om stappen te nemen, te ondernemen, deelnemen aan Schetssessies maar ook deelnemen aan StageProjecten. Want StageProjecten blijken keer op keer een effectieve manier om ‘meters te maken’, comfortabeler en vooral vaardiger te worden.
Het enige dat het je als student kost is de tijd die je investeert. De tijd dat je met een StageProject bezig bent is ongeveer 10 weken. Voor de duidelijkheid een StageProject is een tuinontwerp die je ‘thuis’ maakt en waarin je begeleidt wordt door de stagebegeleider Peter Kroesen.

Student ervaring
Hieronder een ervaring van student R. Kors die de moeite genomen heeft het een en ander te schrijven:
Ik heb een stageopdracht gedaan direct na mijn lesjaar Tuinarchitectuur. Het betrof een kleine achtertuin bijeen nieuwbouwwoning van een jong stel.
Het was puzzelen op een klein oppervlak met een klant-stel dat niet op één lijn zat en eigenlijk niet wist wat ze wilden. Maar uiteindelijk heb ik door te blijven vragen en goed te luisteren toch een ontwerp naar wens kunnen opleveren.
Dit ‘ontwerpen met zijwieltjes’ heeft mij heel erg geholpen. Het betekende de eerste keerecht contact met Een Klant; een intake doen, een concept presenteren, en uiteindelijk het ontwerp leveren in real life, maar toch beschermd. Peter was er als stagebegeleider op een afstandje bij en ik kon met hem sparren.
Dat was heel prettig, omdat ik daardoor het gevoel had dat ik er niet alleen voorstond. Van te voren vond ik het wel spannend, omdat de voorwaarden voor een stageproject best streng omschreven zijn en je er ook een contract voor moet ondertekenen. Maar toen ik eenmaal begonnen was liep het vrijwel vanzelf.
Door de stage en Peters zorgvuldige feedback heb ik vertrouwen gekregen in mijzelf als ontwerper. Ook heeft het mij het inzicht gebracht dat ik door wil en kan met het tuinontwerpen. Ondertussen heb ik bijna de opleiding Beplantingsadviseur afgerond en overweeg ik hierin examen te doen.Ook heb ik ondertussen mijn inschrijving bij de KvK gestart.

Wil je meer informatie over StageProjecten of de studie mogelijkheden? Mail naar: studentenzaken@ontwerpacademie.nl voor informatie.
Doe maar duurzaam
Overweeg je de start voor een carrière in het groen? Ben je al werkzaam in het groen als hovenier of groenprofessional en wil je je plantenkennis verrijken?
In deze korte film krijg je een indruk hoe ons onderwijs er uit ziet en proef je iets van de sfeer van het onderwijs. De allerbeste indruk krijg je natuurlijk als je een proefles volgt, gewoon tijdens een van de reguliere lessen die we aanbieden. Proeflessen kun je altijd en vrijblijvend volgen, ze zijn representatief want wat je ziet is wat je krijgt.
Jouw proefles kun je desgewenst ook combineren met een studievoorlichting. Kijk op de website voor de actuele data of stuur je mail naar studentenzaken@ontwerpacademie.nl. Zij hebben alle data beschikbaar en helpen je graag verder.
Oh ja en dat duurzame dan vraag je je misschien af?
Tuinontwerpers en Beplantingsspecialisten zijn zich terdege bewust van al die aspecten die te maken hebben met duurzaamheid - als groenprofessional kun je nu eenmaal niet zonder kennis van bodem, water, ecologie en biodiversiteit. Dat zit al in het curriculum ‘gebakken’.
Graag tot ziens!
Hoeveel concepten maak je?
Stel je het volgende voor je hebt een concept gemaakt en besproken met de klant. Deze is in eerste instantie tevreden maar geeft in een later stadium aan toch nog wijzigingen te willen. Je vraagt je af hoe verder en of er misschien meerdere concepten gemaakt moeten worden?

1 concept
Het antwoord is dat je maar 1 concept maakt. Dat is al een hele prestatie want iedere ontwerper weet dat er behoorlijk wat werk verzet moet worden om überhaupt tot een goed concept te komen. De inventarisatie en analyse liggen hierbij aan de basis.
Het kenmerkende van een concept is dat het een globaal beeld geeft van waar je naar toe wil met de tuin, het is een duiding. Het is een oplossingsrichting die nog helemaal niets zegt over de manier waarop je de tuin gaat inrichten. Een concept heeft meer weg van een benadering, een opvatting, de tuin als ….
Een concept geven we bij voorkeur weer met een schets. Een eenvoudige vaak schematische schets.
Opdrachtgever
De kunst is om zo’n concept op een duidelijke manier over te brengen bij de opdrachtgever. Hoe je dat doet is sterk afhankelijk van het soort opdrachtgever. Bij de ene opdrachtgever kun je wat abstracter en algemener blijven terwijl een andere opdrachtgever alleen maar ‘in de boot’ blijft als je met concrete beelden komt. Bovendien leent de ene schets zich beter voor presentatie dan de andere.
Hoe je het ook ‘verpakt’ een concept is verankerd met de plek zelf, het vloeit eruit voort. Op basis van onderzoek (inventarisatie en analyse) kom je tot een zeker inzicht, een oplossing die we proberen te ‘vangen’ met een beeld, een schets.
Dat is anders met een thema. Vaak zie je dat concept en thema door elkaar gebruikt worden. Ze kunnen wel in elkaars verlengde liggen. Waar je met het concept een uitspraak doet over de aanpak van de ontwerpopgave kan er binnen die opgave sprake zijn van een thematische uitwerking van delen van de tuin.

Scenario
Als je eenmaal een concept hebt is het vandaar uit mogelijk een aantal scenario’s te ontwikkelen. Scenario’s zijn lijnen waarlangs je het concept uitwerkt bijvoorbeeld een ecologische, een functionele of een thematische benadering.
Anders gezegd vanuit het concept is het niet ondenkbaar dat je 2 schetsontwerpen maakt. Ook hier weel schetsmatige en globale benaderingen van hoe de inrichting van de tuin er in grote lijnen uit zou kunnen zien. Niets ligt nog vast, het zijn praatplannen waarbij je samen met de opdrachtgever de voors en tegens in beeld brengt en bespreekt.
Thema
Het is al een keer eerder beschreven. Een thematische benadering is vergelijkbaar met een sticker die je overal op kunt plakken zonder dat het per se iets zegt over de plek zelf. Die voorbeelden van tuinen zien we om ons heen, kenmerkend is dat ze allemaal op elkaar lijken, gebouwd op basis van trends zijn ze weinig authentiek en zeggen ze nog minder over de plek.
Neem de opdrachtgever die op zoek is naar een Ibiza-tuin bijvoorbeeld. Als ontwerper is het je taak het Ibiza gegeven te onderzoeken. Wat maakt een Ibiza tuin? en welke compositorische aspecten zijn essentieel om te verwerken in de betreffende ontwerpopgave? vanzelfsprekend in relatie met de specifieke aspecten die op die plek spelen. Laat je dat als ontwerper achterwege dan doe je aan ‘puzzel’ architectuur en plak je de Ibiza sticker op die tuin om het even waar die tuin zich bevindt.

Inspiratie
Met inspiratie is het nog weer anders. Inspiratie haal je overal vandaan en helpt je om de ideeën die je al hebt verder in te vullen. Als de tuin opgevat wordt als ‘open plek in het bos’ dan kan inspiratie je helpen om op zoek te gaan naar soorten ‘open plekken’. Het zoeken naar referentiebeelden helpt hierbij.
Inspiratie kan er ook toe leiden dat je via een gedachtensprong bij een mogelijk oplossing komt. In die gevallen is het raadzaam terug te redeneren en je inspiratie ideeën te checken met zaken die op die bewuste plek spelen, zodat er alsnog argumenten zijn om het op die manier te doen zoals jij die als ontwerper voorstelt.
In dit verband liggen het werken op basis van intuïtie en inspiratie dicht bij elkaar. Intuïtief werk je een bepaalde richting op met de oplossing bij wijze van spreken al in zicht. Ook dan, of beter, juist dan betrek je er als ontwerper al die bevindingen bij die uit de inventarisatie en analyse naar voren sprongen. Kijk maar eens op internet naar de prachtige intuïtieve afbeeldingen waarmee Yves Brunier menig ontwerpopgave begonnen is.