












Dwalen door betoverend heemgroen. Onder leiding van bevlogen gidsen werden studenten Beplantingsadviseur meegenomen door de beroemde heemparken en de landen van Amstelveen. We leerden over laanbomen in het openbaar groen en in particuliere tuinen en de toepassing ervan. De heemtuin Dr. Jac. P. Thijssepark is een biotoop bestaande uit vochtminnende planten op (zure) veengrond. Een was dagvullende excursie als onderdeel van de opleiding op 6, 7 en 8 april werd aangeboden en elke dag een nieuwe groep groengierige studenten aansloot. We werden verrast door de groene oase te midden van de drukke Randstad die heel natuurlijk oogt, maar geheel door de mens is aangelegd. Bekijk en lees het verslag van onze hoofddocent Plantenkennis Marlien van der Linden die deze nieuwe vakexcursie in het leven heeft geroepen.



Het eerste deel van de wandeling ging langs drie heemparken die de Amstelveense gemeente rijk is, te weten het Jac. P. Thijssepark (de bekendste), De Braak en het Koos Landwehr park(je). Gecultiveerde tuinen die heel natuurlijk ogen, maar dat niet zijn. Een trend die we ook zien in onze eigen tuinen. Er werd verteld over natuurlijke tuinkamers, het belang van water en zichtlijnen. En alles zó uitgekiend dat het lijkt of het een veengebied met inheemse beplanting is ergens in Nederland. Natuurlijk werd ook de beplanting onder de loep genomen.



Het tweede deel van de excursie bestond uit een wandeling door de lanen, straten en parken. Amstelveen heeft verschillende plekken beplant met een breed sortiment aan bomen. Met 90.000 inwoners hebben ze een gemeentelijke groenvoorziening die bestaat uit 75 mensen. Dat is landelijk gezien een geweldige inzet. En dat is te zien. Veel laanbomen, groenstroken enz. zagen er prima onderhouden uit in de bezochte wijken Patrimonium en Elsrijk (!). Doordat er binnen het sortiment veel Prunus is aangeplant en in tuinen veel Magnolia, was het een prachtig lentespektakel.

Volgend jaar lente gaan we weer!
Kijk voor meer info over Amstelveense lanen (ontwerpacademie.nl) en onze andere vakexcursies op onze website.
“De opleiding Tuinarchitectuur heeft me echt anders naar het ontwerpvak laten kijken. Met visie, vakkennis en een concept, maak je een ontwerp dat écht waarde heeft. Dat is me tijdens de lessen wel duidelijk geworden.” Met twee vrienden start Thijs Beirnaert in 2013 hoveniersbedrijf De Knoest. In 2022 rondt hij samen met collega Benjamin Geurts de opleiding Tuinarchitectuur af bij de OntwerpAcademie. Lisa Tellekamp heeft haar certificaat voor dezelfde opleiding al op zak als ze in 2021 solliciteert bij De Knoest. Met plezier vertellen Thijs en Lisa over hun liefde voor groen en hoe ze hun opgedane ontwerpkennis in de praktijk brengen en ze zich als team inzetten voor groenere tuinen.

Lisa: “Na de kunstacademie en een opleiding tot grafisch vormgever had ik moeite om een leuke, passende baan te vinden. Omdat ik me graag omring met planten, koos ik voor een tijdelijke baan bij Hornbach waar ik op de plantenafdeling kon werken. Liefde voor planten heb ik van thuis meegekregen, mijn moeder was altijd bezig in de tuin. Het toeval wil dat ook de moeder van mijn vriend gek is op tuinieren, voor zichzelf had ze al eens naar plantencursussen gekeken bij de OntwerpAcademie. Zij tipte me om daar ook eens te gaan kijken. Het aanbod sprak me gelijk heel erg aan en in 2020 startte ik met de opleiding Tuinarchitectuur. Bij docent Ploni Sikkes, echt een ontzettend goede en fijne docent: rustig, ontspannen en met veel kennis.
Lisa: Voor een ontwerpopdracht voor de opleiding Tuinarchitectuur ontwierp ik een nieuwe tuin voor een vriend van mijn moeder. Mijn moeder had last van luide buren. Daarom besloot ik een stiltemuur te creëren waarbij ik gebruik maak van verschillende soorten planten met verschillende bladstructuren, om hiermee de verschillende tonen weg te moffelen. Verder was de schuur eerst gesloten en heb ik deze opengebroken en een kleine overkapping toegevoegd waar ze in de schaduw kan zitten omdat ze niet graag in de zon zit.




Lisa: Na de opleiding wilde ik voor mezelf gaan werken en probeerde een klantenkring op te bouwen. Voor de aanleg van het nieuwe tuinontwerp voor de vriend van mijn moeder had ik De Knoest benaderd. Wat een leuk team is dat, dacht ik. In plaats van alles in mijn eentje te doen, leek het me ineens veel leuker om met hen samen te werken. Ik stuurde Thijs een berichtje, we zijn gaan praten en ik kon beginnen.”

Thijs: “Dit is inderdaad de manier hoe medewerkers bij ons starten, vanuit eigen interesse. Bovendien vind ik het belangrijk om mensen die écht willen, een kans te geven. Het heeft ook te maken met mijn eigen loopbaan tot nu toe. Zelf had ik na de middelbare school geen idee wat ik wilde. Om dat te onderzoeken werkte ik ruim twee jaar voor het accountantsbureau van mijn vader. Ik heb er veel geleerd, ook op het gebied van ondernemerschap, maar vijf dagen per week binnen achter een computer, bleek niets voor mij. Met mijn vmbo-diploma waren de mogelijkheden alleen niet zo groot. Niet qua werk, maar ook niet in mijn zoektocht naar een vervolgopleiding.
“School – zoals in het reguliere onderwijs – is eigenlijk niets voor mij. Meekijken, zelf actief bezig zijn, met concreet resultaat aan het einde van de dag, is meer mijn manier van leren. Met De Knoest hebben we zo eigenlijk onze eigen school gecreëerd.”
Thijs: Ondertussen pakte ik met vrienden af en toe een tuinklus aan. In diezelfde tijd hoorde ik dat een familievriend van mijn ouders zou gaan stoppen met zijn bomenrooierij. Hij had geen opvolger en wilde zijn hele inventaris van de hand doen. In een opwelling stelde ik voor om samen met twee vrienden te kijken of het wat voor ons zou zijn. Het idee: tien keer meelopen en meewerken met onze leermeester, hem het hemd van het lijf vragen, veel lezen over het rooien van bomen, zelf doen en ervaren. Het werkte. En zo startten we in 2013 met De Knoest. Door steeds meer vraag naar andere werkzaamheden in de tuin, groeide ons aanbod gestaag. En eigenlijk steeds op dezelfde manier zoals we zelf zijn gestart. Waar nodig huren we een specialist in, kijken mee en leren van en met elkaar.

Thijs: Uit nieuwsgierigheid naar de inhoud besloot ik ruim vier jaar geleden samen met Benjamin een hoveniersopleiding te volgen. De opleiding viel eerlijk gezegd tegen en vooral het vak Ontwerpen was echt ondermaats. ‘We weten er nu nog steeds veel te weinig van af,’ zeiden we tegen elkaar. Omdat Benjamin graag verder wil met dit onderdeel, ging hij zoeken naar ander aanbod. En zo kwamen we al snel uit bij De OntwerpAcademie.”
Thijs: “Met visie, vakkennis en een concept, maak je een ontwerp dat écht waarde heeft. Dat is me tijdens de opleiding wel duidelijk geworden. Veel meer dan een hovenier, houdt een ontwerper rekening met alle factoren die van belang zijn voor een gedegen ontwerp dat bij wijze van spreken een leven lang mee gaat. Als ik naar mijn eerdere ontwerpen kijk, zijn dat toch vooral ‘invuloefeningen’, een soort puzzel. Waarbij ik aan de hand van de wensen van de klant de puzzelstukjes op de juiste plek legde. Een tuin ontwerpen is absoluut een vák. De lessen – met de kennis, de liefde voor het vak, de opdrachten en verhalen van onze docenten – hebben mij veel nieuwe inzichten gegeven. Nu ik de opleiding heb gevolgd begrijp ik veel meer waar het bij het ontwerpen om gaat. Nu klopt het verhaal dat er aan ten grondslag ligt en sta ik volledig achter de ontwerpen die we aanbieden.”
Lisa: “Hoewel Thijs en Benjamin nu ook de ontwerpopleiding hebben afgerond, maak ik vooral de ontwerpen. Elke vrijdag leidt Thijs ons wekelijks overleg waarbij we de ontwerpplannen bespreken.” Thijs vult aan: “Na de opleiding Tuinarchitectuur gaf Benjamin aan dat hij liever eerst nog meer ervaring wil opdoen als hovenier voordat hij echt aan de slag gaat als ontwerper. Met zijn werk in de tuinen zijn vakkennis en materialenkennis vergroten. Tijdens het overleg is de input van Benjamin heel waardevol. Met zijn hovenierservaring én zijn ontwerpkennis kan hij de tekeningen van Lisa goed beoordelen op haalbaarheid.” Lisa: “En ik op mijn beurt werk nu elke woensdag mee bij de aanleg van een tuin. Een goed advies van Thijs. Door zelf uit te voeren wat ik op papier heb bedacht ontdek ik waar een ontwerp misschien beter of efficiënter kan.”
Lisa: Dit is het eerste tuinontwerp dat ik maakte voor een klant toen ik bij de Knoest kwam werken. De klant had een tuin dat één groot grasveld was. Ze maakten geen gebruik van de tuin en vroeg zich af of ze dat wel zouden doen met een andere vormgeving. Ik deed onderzoek naar de buurt. Zo is er voor de deur een groot park met een interessant lijnenspel dat in contact staat met de omgeving. De wandelpaden zijn strak, maar de natuur die de rest van het park vormt zijn organisch wat je vooral ervaart als je in het park staat. Er wordt met veel hoogteverschil gespeeld door middel van speelse heuveltjes en speelattributen voor kinderen. Dit lijnenspel vormde het uitgangspunt voor het tuinontwerp. Ik ben eerst begonnen de tuin te verdelen met het lijnenspel en ik heb het hoogteverschil terug laten komen in het vlonderpad. Het eindresultaat is gaandeweg nog iets veranderd, maar de essentie is wel voortgekomen uit het oorspronkelijke ontwerp."



Thijs: “Ik ben geboren in een Centraal Wonen project met een gemeenschappelijke tuin van bijna een hectare groot. We woonden er met elf andere gezinnen en elk weekend hadden drie gezinnen een werkdag in de tuin. Als kind al vond ik het heerlijk om mee te helpen en had ik veel interesse in kennis over de natuur. Ook de Vrije School waar ik op zat heeft daar ongetwijfeld aan bijgedragen. En een van mijn buurmannen is tuinarchitect.” Lisa: “Een groene omgeving geeft mij rust en mijn moeder leerde me al de waarde ervan. Tijdens de opleiding voor Beplantingsadviseur is de liefde voor groen nog meer gegroeid. De plantkeuze bij een tuinontwerp bepaalt niet alleen de sfeer, de planten die je kiest zijn van betekenis voor de biodiversiteit in je tuin.”

Thijs: “Een van de grote voordelen van het ondernemerschap vind ik de ‘keuze’ die je hebt om iets wel of niet te doen. Ik vind het bijvoorbeeld heel belangrijk om met klanten te werken met wie ik een klik heb. Bij elke nieuwe opdracht ga ik eerst op gesprek bij de opdrachtgever thuis. Bij zo’n bezoek komt uiteraard ook mijn visie op groene tuinen aan bod. Zonder iets op te dringen vind ik dat daar ook onze verantwoordelijkheid ligt.” Lisa: “Werken met leuke klanten en een fijn team, geeft veel werkplezier. We krijgen veel vrijheid en de mogelijkheid onszelf te ontwikkelen. Daarnaast geeft het me veel voldoening om de waarde en het belang van groene tuinen over te brengen bij klanten. Als team kunnen we het verschil maken en tuinen groener.”

Een tuinontwerp is een inrichtingsplan voor de particuliere buitenruimte, dat tot stand komt door het volgen van een ontwerpproces. Het eindresultaat is dus een tekening waarin staat wat er in een heringerichte of nieuwe tuin komt, met welke beplanting en welke verhardingsmaterialen en tuinelementen.
Het ontwerp is echter niet zomaar een tuintekening, het is namelijk zorgvuldig opgebouwd; het is een goed gefundeerd, creatief verhaal. Dat wil zeggen: het ontwerp past op de plek waar de tuin ligt, sluit aan bij de architectuur van de woning, de ligging in de wijk en het landschap, grondsoort en de groeiomstandigheden, de wensen en eigenschappen van de opdrachtgever. Een goed concept, waarbij de tuinontwerper de samenhang onderzoekt van bovenstaande aspecten, is de basis.

Na gedegen vooronderzoek geeft de ontwerper met de concepttekening aan in welke richting ‘de oplossing’ wordt gezocht.
Ideale mix van vaardigheden
De tuinontwerper heeft een brede, integrale blik, originele oplossingen en denkt overal aan. De ontwerper heeft kijk op techniek, op ecologie, heeft visie en fantasie. Om het proces te communiceren, heeft de ontwerper verbeeldingskracht. De ontwerper maakt tekeningen, plattegronden, aanzichten, doorsnedes, driedimensionale weergaven en sfeerbeelden (soms maquettes) om te vertellen wat wordt bedoeld, welke sfeer er wordt verwacht, hoe zaken in samenhang met elkaar zijn gekozen en in elkaar steken. En in principe is dat niet omdat het mooi wordt, maar omdat het op deze manier klopt, dat het een logisch en consistent verhaal is. Ontwerpers letten daarbij vooral op ruimte én massa, maar ook op diepte, dynamiek, contrasten en harmonie. Er komen dus veel aspecten bij kijken en dat maakt het vak zo interessant en leuk!
“Het ontwerpproces is geen recept”
Als je dit leest denk je misschien dat een tuinontwerp ingewikkeld is, maar dat is niet per se zo. Het is heel goed mogelijk dat de kracht van de eenvoud, juist een helder beeld is. De oplossing is echter op elke plaats en voor elke ontwerper anders, al kunnen verschillende ontwerpers ook dezelfde oplossingen bedenken.

Op de OntwerpAcademie gaan we dit ontwerpproces samen met de studenten aan. We volgen een stappenplan en behandelen het gehele ontwerpproces. Het is echter geen recept, het traject kent hobbels. Zo zijn conceptontwikkeling, zelfinzicht en visievorming onderdelen die studenten vaak lastig vinden, evenals het omgaan met perfectionistische trekjes en timemanagement. Studenten worden zich bewust wat er allemaal komt kijken bij het maken van een ontwerp, waar je allemaal aan moet denken en dat je keuzes moet maken. Ons motto: Als je de studie serieus neemt en het huiswerk steevast maakt, is het mogelijk dat ook jij tuinontwerper wordt.

Tip: Neem een kijkje op het online platform OA-Connect van de OntwerpAcademie waar studenten, alumni, docenten en andere groenprofessionals elkaar ontmoeten, kennis en tips delen.
Lees meer over de inhoud van de opleiding, opbouw en praktische informatie zoals de toelating, startdata en leslocaties hier.
Marlien van der Linden: Er wordt de laatste jaren veel gesproken over het belang van inheemse planten voor het vergroten van de biodiversiteit. “Maar waarom eigenlijk,” vroeg laatst Alenka Milward , mijn communicatie-collega bij de OntwerpAcademie. “En wannéér spreken we van inheemse planten?” Zinnige vragen én een mooi onderwerp voor een blog. Terwijl ik nadacht over mijn insteek, raadpleegde ik mijn favoriete woordenboek.
Wat zegt de Dikke van Dale eigenlijk over het begrip inheems?
in·heems (bijvoeglijk naamwoord) 1 in het land zelf voorkomend
Wikipedia zegt:
Inheems is een biogeografische statusaanduiding en betekent dat een taxon (meestal een soort) van nature in het gebied voorkomt, dat wil zeggen spontaan en zonder menselijke invloed. Het woord heeft zowel betrekking op flora als op fauna.
“En wat zeg jij als hoofddocent plantenkennis hierover,” vraagt Alenka.
Logische en terechte vraag aan iemand die zich al haar hele leven bezighoudt met planten. Maar, nog niet zo eenvoudig en snel te beantwoorden. Wat moeten we met het begrip inheems in ons vak? Moeten er meer inheemse planten in onze tuinen?
Laten we ervan uitgaan dat alles wat op dit moment in Nederland inheems is, goed is voor de fauna. En ook dat cultuurvormen van een inheemse soort, mits niet dubbelbloemig, ook prima zijn. Tegelijkertijd hebben we – zeker in stedelijk gebied – ook behoefte aan niet inheemse planten om de bloeiboog te verlengen. Door het warmere klimaat in de stad komen dieren eerder uit hun winterrust en willen eten. Dan is het prettig als er ook iets te vinden is. Het is dus belangrijk om niet alléén inheemse planten te gebruiken.
Daarnaast is het ook zo dat inheemse beplanting in de loop der tijd – en dan heb ik het over eeuwen en nog langer geleden – wijzigt door klimaatsveranderingen. Er zijn bewijzen dat er (heel) lang geleden in het westen van het land Magnolia bossen waren – één van de eerste bedektzadigen in de evolutie. Nu zullen we in deze tijd zeker niet beweren dat Magnolia een inheemse plant is. Maar in welk tijdsbestek bekijken we dit? Door de toegenomen warmte en droogte krijgt de Beuk het nu steeds lastiger. Zal het areaal ‘inheems’ opschuiven naar noordelijkere gebieden?
Een ander punt is dat waar een uitheemse plant (een exoot) zich in eerste instantie invasief gedraagt, het kan gebeuren dat in de loop der tijd de fauna zich zal aanpassen aan deze nieuwkomer. Zo was de Amerikaanse vogelkers, Prunus serotina, in de jaren ‘80 van de vorige eeuw invasief. Nu, veertig jaar later, worden er meer verschillende insecten op deze soort gevonden dan op onze inheemse Prunus padus.

Zorg in particuliere tuinen daarom vooral voor (bio)diversiteit, dus voor een grote verscheidenheid aan groen en aan klimaatbestendige bomen en planten. Als we dát met elkaar kunnen organiseren, is de natuur daar ook bij gebaat. Denk aan struiken als schuilplaats voor vogels, bomen die veel CO2 opvangen of planten die goed tegen hoosbuien kunnen. Als we op deze manier nadenken over de inrichting van onze tuin, zijn we al een heel eind op weg naar meer balans in de natuur.
Wat betreft de inrichting van natuurgebieden is het een heel ander verhaal – dat laat ik graag over aan ecologen. Wat we als tuinontwerpers en beplantingsadviseurs wél kunnen doen is kijken welke dieren er voorkomen aan de randen van het stedelijk gebied – grenzend aan een bepaalde biotoop – en rekening houden met hun behoeften bij de keuze van je planten.


Is het een gebied waar bijvoorbeeld heideblauwtjes voorkomen? Neem dan Calluna op in je beplantingsplan, daar komt het heideblauwtje graag op af. Als tuinontwerper en beplantingsadviseur kun je dus heel goed een bijdrage leveren aan een gezond natuurgebied door planten te kiezen die aansluiten op een bepaalde leefgemeenschap.

