












Drie redenen waarom het loslaten van trends het begin is van een duurzame tuin.
1. Trends zijn tijdelijk.
De voorbeelden kennen we allemaal wel: de cortenstalen randen en plantenbakken. De verhoogde plantenbakken al of niet met een zwarte betonnen rand of de dakbomen en leibomen die te pas en te onpas aangeplant worden.
Het is nog maar eenpaar jaar geleden dat we afscheid genomen hebben van de schanskorven terwijl er momenteel geen voortuin te bekennen is zonder overmaatse grijze tegels en split of grind als verharding.
Gemiddeld genomen verhuizen Nederlanders eenmaal per 7 jaar. Voor wat betreft de tuin betekent dit dat 80% van de toegepaste tuinmaterialen in de container verdwijnen. De zorgvuldig geselecteerde Aziatisch blauwe hardstenen tegels wacht hetzelfde lot. Dat is eeuwig zonde want voor veel materialen zijn er letterlijk en figuurlijk bergen werk verzet.

2. Denken vanuit het materiaal is een invuloefening
Denken vanuit het materiaal zet je als ontwerper vast. Een vaak gehoorde opmerking in dit verband is dat je de wensen van de klant niet kunt negeren. Het is uiteraard belangrijk om de klant te laten zien en voelen dat je naar ze luistert. Dat kan door het stellen van vragen. De vraag achter de vraag geeft je informatie over demotivatie en de beweegredenen van de consument om voor een bepaalde materiaal of kleurstelling te kiezen. Direct in gaan op de wensenlijst van de consument betekent dat je het echte ontwerpwerk voor je uit schuift. Wat je plat gezegd aan het doen bent is het braaf afvinken van het wensenlijstje en dat heeft op zichzelf niets met ontwerpen te maken.

3. Materiaal als middel om ontwerp uitgangspunten uit te drukken.
Idealiter heeft de ontwerper kans gezien om de kwaliteiten van de tuin, woning, bewoners en plekte ‘vangen’ met een concept. De ontwerper kiest de materialen waarmee die ideeën het beste en het meest duidelijk uitgedrukt kunnen worden. Deze manier van werken maakt het ontwerpwerk leuker, omdat elke tuin, groot of klein een unieke bewerking ondergaat. En die bewerking is niet per se gekoppeld aan trends maar aan wat er nodig is op die plek en vanuit een bepaalt idee. Uniciteit en authentieke oplossingen zijn verweven met de ontwerpopgave. Het materiaal is niet alleen decoratief maar tegelijk functioneel dat voor een samenhangend beeld zorgt dat jaren mee kan.

Op deze manier blijft het ontwerpwerk interessant want elke ontwerpopdracht is een (mini)onderzoek naar de omstandigheden ter plekke.
Een goed doorwrochten ontwerp ligt aan de basis van een duurzame tuin, omdat met een integrale inventarisatie en aanpak alle aspecten meegenomen worden in de planvorming. Ontwerpers zijn getraind om vraagstukken samenhangend aan te pakken.
Tijdens de Groene Sector Vakbeurs is er een podcast die gaat over materialen en tuintrends. De podcast kan je hier luisteren.
Heb je vragen, ideeën, suggesties laat het weten met een reply.
Plantentip? Nee, nu eens niet. Niks te beleven in de tuin, koud, nat en donker.
Dat is natuurlijk niet waar, er is van alles te beleven in de tuin. Juist nu ontdek je allerlei bijzonderheden: hele vroege bloeiers, mooie knoppen, schilferende basten enz.

Maar toch wil ik het deze keer over iets anders hebben, te weten: wat kun je met de opleiding tot beplantingsadviseur?
Regelmatig wordt dit door studenten of andere geïnteresseerden aan mij gevraagd. Leuk om op deze plek hier eens op in te gaan.
De opleiding
Na een jaar de opleiding te hebben gevolgd zou je ongeveer 600 planten moeten kennen, in ieder geval de weg weten hoe je achter een naam kan komen. Daarnaast krijg je veel informatie over andere belangrijke zaken zoals bemesting, biodiversiteit, plantkwaliteit, handelsmaten, veredeling, groeiplaatsomstandigheden en nog veel meer.
In de opleiding besteden we circa 80% van de tijd aan het kennen en herkennen van plantensoorten en de overige tijd aan praktische werkvormen en de onderliggende theorie.
Maar dan... Welke functies kan je bekleden als beplantingsadviseur?
I. De plantenkenner binnen een hoveniersbedrijf
Veel hoveniersbedrijven zijn kundig in het maken van bestrating, houten constructies, vijvers enz. En oh ja er moeten ook nog planten in. Niks mis met zo’n bedrijf want ze kunnen goed werk leveren maar aan de beplanting zie je dat er meer in zou kunnen zitten. De beplantingsadviseur is van grote meerwaarde voor dit soort bedrijven.
II. De creatieve tuinontwerper zonder plantenkennis
Dit soort ontwerpers hebben we misschien ook wel op school, in de praktijk zeker. Tuinontwerpers of – architecten die een kei zijn in ruimtelijk inzichten, het handig oplossen van lastige hoeken, één en al creativiteit zijn. Maar dan wordt het voor hen moeilijker. Welke plant past bij de sfeer van het ontwerp maar voldoet ook aan de omstandigheden zoals bodem, water en zonlicht. Weer een plek voor de beplantingsadviseur! Vooral als het gaat over samenwerking met een ontwerper.
III. De zelfstandige beplantingsadviseur
Als derde optie zou je als zelfstandige aan de gang kunnen. Niet iedereen wil zijn tuin op de schop zetten. Een goede opknapbeurt, een border herinrichten nadat de steigers van een verbouwing weer de tuin uit zijn.
Er zijn best mensen die graag tuinieren maar niet goed weten waar te beginnen, zijn bang om iets niet goed te doen. Die kan je aan de hand nemen in een rondje door de tuin en leg je uit wat ze kunnen doen. Onder het kopje duurzaam of milieubewust zet je jezelf in de markt, want hoe langer je met een tuin doet, hoe duurzamer. Met wat kleine aanpassingen kun je de tuin pimpen. Je kunt eenabonnement o.i.d. afspreken zodat je werk houdt, ook in de toekomst. Dan hebben we het natuurlijk over het verdienmodellen.
Dit kan je ook heel goed doen als je ontwerpen en beplantingsplannen maakt; je voert het uit (of laat uitvoeren) en vervolgens afspreekt een aantal keer terug te komen voor bijsturing. Het is nu eenmaal levend materiaal en ondanks je kennis kunnen er toch dingen anders lopen. Ook Piet Oudolf verplicht zijn klant tot nazorg door hem of één van de mensen waar hij mee samenwerkt. Een win-winsituatie: jij kan je ontwerp volgen, de klant is blij met de begeleiding want zijn tuin blijft mooi door op tijd besturen.

IV. Gemeenten en grotere ontwerpbureaus
De eerste vacatures bij gemeentes en ontwerpbureaus zijn al voorbij gekomen. Het kan gaan over de inzet van meer vergroening in de buurt, buurt bewonersprojecten coördineren vanuit de overheid, enz.
Bij grotere ontwerpbureaus werkt men met beplantingsspecialisten, dat zijn professionals die beschikken over veel parate plantenkennis en de ontwerp uitgangspunten van de ontwerper moeiteloos kunnen door vertalen naar groene(streef)beelden. De beplantingsadviseur begint daar waar de (tuin)ontwerper eindigt.
Om je een idee te geven over de werkzaamheden volgt hier een opsomming:
Is er nog meer….?
Jazeker, je kunt nog terecht bij tuincentra als adviseur of hoofd inkoop bij een plantengroothandel of iets dergelijks, het is maar net welke ambitie je hebt.
Heb je tips voor nog meer functies of ben je al aan de slag als beplantingsadviseur? Wij zijn erg benieuwd naar je ervaringen, reageren kan via dit blog.
Wat goed onderwijs is en hoe dat er vervolgens uitziet zijn vragen waarmee we met gemak een meerdaags symposium kunnen vullen. De stedelijke verdichting, de achteruitgang in de biodiversiteit en de gevolgen van de klimaatverandering maken kennis over het toepassen van beplanting urgenter dan ooit en vooral noodzakelijk. Dat onderwijs hierin een belangrijke rol speelt is evident.
De basis voor toekomstgerichte groene plannen valt of staat bij de samenhang van het ruimtelijk ontwerp en kennis van de ter plekke geldende groeiplaats omstandigheden. Dit vormt de basis voor een groene inrichting die bovenstaande uitdagingen het hoofd kan bieden. Het beschikken over plantenkennis (sortiment) is belangrijk, het op een goede manier toepassen van die beplanting is minstens zo belangrijk. Het maken van integrale keuzes waarbij je kijkt naar architectuur, context en omstandigheden vereist kennis. In de praktijk is de integrale benadering soms ver te zoeken.
In dit artikel willen we het belang van groenonderwijs onderstrepen en lichten we graag toe hoe wij ons onderwijs inrichten om die beoogde samenhang in de planvorming te realiseren.
Private domein als studieobject
De auteurs Rob Aben en Saskia de Wit geven ons – met hun boek ‘De Omsloten Tuin’ - een prachtig inzicht in de rijkheid van het ontwerpvak en de betekenis die de tuin heeft als ontwerp laboratorium.
De oppervlakte van alle tuinen bij elkaar opgeteld inNederland komt overeen met bijna 10x de oppervlakte van de Veluwe. Daarnaast is juist de kleinschaligheid en gevarieerdheid van de tuin waardevol voor biodiversiteit. De, veelal particuliere, tuinen zijn belangrijke 'steppingstones’ in het vergroten van de biodiversiteit en het beheersbaar houden van de klimaatuitdagingen waar we voor staan. Tuinen kunnen groener, duurzamer en meer circulair aangelegd worden. Dat vraagt om deskundige tuinontwerpers en beplantingsadviseurs met veel ontwerp- en sortiment/materiaalkennis.
De particuliere tuin staat – om bovengenoemde redenen - centraal in het opleidingsaanbod van deOntwerpAcademie. Niet alleen het ontwerp ontwikkelen en plantenkennis opdoen. Juist alle aspecten meenemen rondom het creëren of in stand houden van een tuinzijn voor ons van groot belang. De samenhang tussen een goed plan maken, rekening houden met mens en dier, duurzaamheid en verantwoorde plant keuzes, maakt een tuin voor zijn bezitters én omgeving tot een succes. Daar horen dus kennis over basisprincipes voorontwerpen, standplaats omstandigheden, biodiversiteit/ecologie en eigenschappen van planten bij. Zonder dit, zijn wij van mening, heb je een tuin voor de korte termijn vaak vol teleurstellingen op allerlei fronten. En wie wil nu zo’n tuin?
De tuinen welke we betrekken in het onderwijs varieert van grote en kleine tuinen, instellingsgroen rondom scholen, ziekenhuizen en bedrijfsterreinen.
Leren kijken en leren leren
Met het onderwijs proberen we bij de student een knop in te drukken, een proces in gang te zetten. Leren kijken naar buitenruimtes, leren vragen te stellen bij wat je ziet, met verwondering door de wereldtrekken. Dat zijn belangrijke vaardigheden voor (aankomende) ontwerpers. Het onderwijs van de OntwerpAcademie is gecomprimeerd en praktijkgericht. We besteden veel aandacht aan schetsen als effectief instrument om te leren kijken om vervolgens te kunnen analyseren wat je ziet. We willen dat studenten zich er bewust van zijn dat het werken en ontwerpen met groen een dynamisch proces is wat in de werkelijkheid getoetst moet worden. Dit betekent dat we veel lesmateriaal buiten het leslokaal bekijken.
Van studenten Tuinarchitectuur verwachten we om die reden dat ze pro-actief aan de slag gaan met het onderzoeken van hun omgeving.Op die manier zorgen we voor gevarieerde en interactieve lessen met inspirerende lesblok opdrachten.
Voor de opleiding Beplantingsadviseur hanteren we hetzelfde principe van het pro-actief ‘leren leren’. Een sortiment van 600 planten leren in een jaar is namelijk geen makkelijke opgave. Om die reden leren we studenten naast het kennen en herkennen van planten ook waar ze relevante informatie kunnen vinden. Tevens leren we studenten hoe ze om moeten gaan met het groeiend aantal cultuurvariaties en hoe je door zelfstudie het basissortiment kan bijhouden en doorontwikkelen.
Ontwerp en beplanting
Binnen het groene vak is het beschikken over plantenkennis een eerste vereiste, maar daarmee ben je er nog niet. Beplantingsadviseurs dienen namelijk ook te kijken naar wat de keuze van het plantmateriaal doet binnen een gegeven ruimtelijke context, de schaal, de functies en niet op de laatste plaats de groeiplaats omstandigheden.
Ontwerpen is gebaseerd op vier aspecten; de groeiplaats omstandigheden, de ruimtelijke (architectonische)opbouw, materiaal toepassing en het beheer. Het gaat om deze samenhangende, integrale, aanpak waar studenten Tuinarchitectuur en Beplantingsadviseur in getraind worden.
Met het ruimtelijk ontwerp reageert de ontwerper op de omstandigheden ter plekke. De beplanting is vervolgens het levende materiaal waarmee het ruimtelijk ontwerp expressief gemaakt wordt. Het selecteren van bijvoorbeeld een boom op basis van alleen biodiversiteit is van beperkte waarde als er niet ook gekeken wordt naar wat de boom in architectonisch opzicht doet met zijn omgeving en in welke mate de soort keuze past bij de groeiplaats omstandigheden die ter plekke gelden.
De praktijk laat zien dat keuzes voor het plantensortiment te vaak vanuit ééngezichtspunt genomen wordt waardoor het gewenst effect uitblijft en op de lange termijn niet haalbaar is. Met plantenkennis alleen ben je er dus nog niet, de toepassing van het materiaal en de (streef)beelden op langere termijn, die daarbij horen, zijn van belang om een wezenlijke bijdrage te leveren aan een leefbare omgeving. Om deze reden krijgen studenten Beplantingsadviseur uitgebreide achtergrondinformatie aangeboden. Met behulp van gevarieerde werkvormen leert de student het plantmateriaal toe te passen en te beheren.
Samenwerking
Door de nauwe samenwerking met Greenlink, groothandelscentrum voor boomkwekerij producten en vaste planten, gelegen tegenover onze locatie in Boskoop/Hazerswoude, kunnen onze studenten met echte planten ervaring op doen. Bijvoorbeeld om te ervaren hoe plantafstanden werken of het zoeken naar samenstellingen van composities. Door een appèl te doen op verschillende leerstijlen wordt de student uitgedaagd om te experimenteren en te conceptualiseren. Reflecteren komt vervolgens terug met het bespreken van de diverse lesblokopdrachten.
Ook binnen de opleiding zetten we samenwerking in als leermiddel. Studenten van de vakopleiding Beplantingsadviseur werken samen met studenten Tuinarchitectuur. Waar de ontwerper stopt neemt de beplantingsadviseur het stokje over. De ontwerper formuleert de ontwerp uitgangspunten, de beplantingsadviseur maakt de selectie en stelt decomposities samen.
In het tweede jaar wordt de samenwerking tussen de studenten intensiever. Vanuit beroepsrollen als: ecoloog, ontwerper, verbinder en beheerder ontwikkelen de studenten projecten van grotere afmetingen.
Signatuur OA
De OntwerpAcademie kiest voor een praktische ‘hands on’ benadering om haar onderwijs vorm te geven en ziet zichzelf als een lerende organisatie om relevant voor het vakgebied te blijven.Flexibiliteit, ontwikkeling en samenwerking liggen aan de basis van het onderwijs waarbij we onszelf voortdurend vragen stellen als: waarom doen we dit?, wat speelt er?, voor wie?, wat heb je eraan? en wat kun je er mee?
De onderwijsfilosofie is dat studenten na de studie aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Daar helpen wij ze actief bij metSchetssessies en StageProjecten. Want studeren bij de OntwerpAcademie betekent dat je als student naast de lessen uitgedaagd wordt om op proactieve en onderzoekende wijze deel te nemen aan activiteiten.
Lesorganisatie
We werken met kleine groepen van maximaal 13 studenten, zodat er ruimte is voor persoonlijke aandacht en het geven van feedback op het werk dat door studenten gemaakt is. Het onderwijs is vraag gestuurd, de lesstof leest de student thuis zodat de lessen ook worden gebruikt voor vragen, feedback en het bespreken van de opdrachten. Theorie koppelen we aan de praktijk met activerende werkvormen gericht op de toepassing van kennis en het ontwikkelen van inzichten. Door dat samen te doen tijdens de lessen ontstaat er meerwaarde.

Totale groenbeleving
Om de student te ondersteunen in zijn/haar ontwikkeling, bieden we inclusieve mogelijkheden als een wekelijks online vragenuur met het OpenAtelier, organiseren we met vooraanstaande organisaties als Steenbreek, Tuinvisie, Appeltern diverse schetssessies in het land om de student ‘oefenuren’ te laten maken. In de community ontmoeten studenten elkaar en wisselen ze ervaringen uit. Met het leermanagement systeem heeft de student 24/7 toegang tot het lesmateriaal.
Daarnaast bieden we StageProjecten aan waarmee de student zijn/haar kennis integraal kan toetsen. StageProjecten zijn het paradepaardje van de OntwerpAcademie. We zijn er bijzonder trots op. De student investeert in tijd, krijgt 1:1 begeleiding en de kans met een echte opdracht aan de gang te gaan. Wat we zien is dat de StageProjecten in meerdere opzichten als een ‘boost’ werken voor de student. Het is de ultieme opmaat naar het examen, de student ontwikkelt materiaal voor het portfolio en raakt vanzelf ‘in business’ want tevreden opdrachtgevers komen met vrienden en kennissen die ook een ontwerp willen.
Jaarlijks zijn er 80 studenten druk met StageProjecten.
Ik zou hier een afbeelding toevoegen van Yu Lien haar ontwerp (desnoods even overleg met Peter) - dat beeld is vaker gebruikt maar wel fraai en het is een SP.

Groene ambassadeurs
Het ontwerp vak is een prachtig vak. De tuin is het middel om de betekenisvan dat vak uit te dragen. Dat willen we doen door het afleveren van zoveel mogelijk deskundige groenambassadeurs die weten waar ze het over hebben en een structurele bijdrage leveren aan een gezondere leefomgeving.
Samenwerken - voor een toekomstbestendige winstverwachting
JelleWestra van het Tuinkeur Team is ‘on tour’ met de lezingenreeks: ‘Onze winst is onze toekomst’. Westra spreekt over de ‘harde’ kant van de bedrijfsvoering van hoveniersbedrijven en hoe ontwikkelingen als: inflatie, corona, personeelstekorten van invloed zijn op de dagelijkse bedrijfsvoering. In deze blog kijken we naar het ‘zachtere’ -maar niet minder belangrijke - deel van de bedrijfsvoering; samenwerken.
Samenwerken zal, doordat de rol van groen steeds belangrijker wordt, meer en meer nodig zijn. Meer en specifieker groen in extreme omstandigheden vraagt om veelkennis. Hoveniers en ontwerpers brengen ieder hun kennis in met een toekomstbestendige tuin of beplanting als resultaat.
Belangrijkheid van het groen
De actualiteit laat zien dat de kwaliteit van de leefomgeving in belangrijke mate bepaalt wordt door de aanwezigheid van effectief en gevarieerd groen. Particuliere tuinen hebben een belangrijke functie als het gaat over het opvangen van water, het bieden van verkoeling en als potentiële leverancier van biodiversiteit.
Particulieren die plannen hebben voor de tuinvragen naar: biodiversiteit, duurzaam groen en spreken over geveltuinen en groene daken. Dat is een teken dat het groen bij de consument leeft! Maar de praktijk laat zien dat particulieren, begrijpelijker wijze, een beperkt beeld hebben van de hierboven genoemde aspecten. Een overkapping met een groen dak of een wadi op een onhandige plek worden al snel aangemerkt als ecologische en duurzame oplossingen. Groenprofessionals weten dat een toekomstbestendige tuin begint met een goed doordacht ontwerp waarbij alle aspecten die te maken hebben met die opdrachtgever of die plek samenvallen. Een ecologisch benadering waarbij je het denken vanuit bodem, water en habitats als uitgangspunt neemt.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Hoveniers hebben het in het private domein voor het zeggen. Zij zijn de aangewezen professionals die als groen ambassadeur de consument informeren en in beweging zetten richting duurzaamheid. De Levende Tuin is daar een voorbeeld van. De consument - maar strikt genomen ook de hovenier - krijgen in toenemende mate verantwoordelijkheid als het gaat over biodiversiteit en groen. Grondige kennis omtrent het ontwerp en beplanting is nodig. Ontwerpers zijn er voor opgeleid om alle aspecten die spelen op een plek inclusief de wensen van de consument integraal en in samenhang te verwerken ineen ruimtelijk plan. Een goede toepassing van beplanting betekent bijvoorbeeld dat je de groeiplaats factoren in je sortiment keuze hebt meegenomen, je hebt bovendien ook duidelijk voor ogen wat de streefbeelden zijn van de beplanting na een x-aantal jaren. In de praktijk zien we dat er nog steeds te makkelijk gedacht wordt over het maken van een tuinontwerp. Ontwerpen is een vak en echt iets anders dan het maken van een tuintekening. Ontwerpen gaat over een groter organiserend gebaar, een integrale oplossing met een verhaal. Waar een tekening zich beperkt tot het samenvoegen van onderdelen, vraagt de ontwerper zich bij elke ingreep af wat de toegevoegde waarde ervan is. Ontwerpers en beplantingsdeskundigen baseren hun materiaalkeuze op de vraag of met die materiaalkeuze de ontwerp uitgangspunten worden uitgedrukt.

Samen werken
Succesvolle groen ondernemers hebben eenscherp beeld over wat wel en niet behoort tot hun kerntaken. Zij maken voortdurend keuzes en besteden delen van hun maakproces uit aan deskundigen die excelleren op een specifiek vlak als: beplantingen, tuinarchitecten en ontwerpers, straatmakers, grondwerkers, bouwkundigen enzovoorts.
Kijken we naar de krapte op de arbeidsmarkt ende toenemende vraag naar meer en beter groen dan is het bijna een must om samen te gaan werken! De particuliere tuinbranche is gebaat bij een goede samenwerking tussen ontwerpers en hoveniers. Complementaire partners maken een(hoveniers)bedrijf professioneler, er ontstaat meer continuïteit terwijl de afzonderlijke partners zich bezig kan houden met die zaken waar hij of zij goed in is. Waar wachten we nog op zou je zeggen, want door hoveniers en ontwerpers samen te laten werken lossen we deels ook de arbeidskrapte op? Samen bouwen we aan een toekomstbestendige winstverwachting.
‘Onze winst is onze toekomst’ Tuinkeur 13 februari 2024, OntwerpAcademie, Belgiëlaan 1A5, Hazerswoude - dorp (tegenover Greenlink).