












Meerstammige heesters en bomen
Op dit moment staat Amelanchier lamarckii, het Krentenboompje volop te bloeien. De plant is makkelijk toe te passen, doet het altijd. Valt in de catagorie, zoals ik ze altijd noem “plant hem niet op zijn kop maar doet het verder altijd”. Droog of vochtig (we hebben hem tijdens de excursie in Amstelveen langs de vijver zien staan, zie foto), zon of schaduw, het maakt hem niet uit. Ook de vorm is variabel; struikvormig, als boompje op eén stam of waar het nu omgaat meerstammig.

Het gevolg is dat veel tuinontwerpers dan ook makkelijk deze plant “grijpen” als meerstammige heester/boom omdat ze niet anders kennen en dat is erg jammer. Want er zijn zoveel meer planten hiervoor geschikt.
Waarom zou je een meerstammige plant willen gebruiken?
Dit is tweeledig. Wanneer je van een boom een meerstammig model wilt maken, zal deze niet zo hoog worden als een éénstammige maar geeft toch een volwassen beeld. Je keuze in het geschikte sortiment wordt groter.
Wanneer je een heester op deze manier behandelt, geeft het een meer ruimtelijk effect dan een ongesnoeide heester die veel massa geeft. Je kunt makkelijk nog een kruidlaag hieronder aanleggen. In bestaande tuinen kan je heesters “redden” (laten staan) doordat ze na de snoeibeurt een veel luchtigere structuur krijgen.

Wat is meerstammig eigenlijk?
Over het algemeen ontstaat dit in de natuur vanzelf als een heester ouder wordt en de onderste of binnenste takken geen licht meer krijgen. Die sterven vanzelf af. Zo krijg je grillig gegroeide hoofdtakken met een wirwar aan fijnere takken aan de lichtzijde van de plant. Voor bomen geldt dat de top door storm of een hongerig dier eruit is waardoor zich meerdere zijtakken gaan ontwikkelen, de apicale dominantie is immers doorbroken.

Wij mensen zijn ongeduldig en willen dit beeld van een plant sneller. Dit kan je bereiken door een heester aan te planten en die, zoals dat heet, op te kronen. Je gaat zelf een kroon vormen die verdeeld is over een aantal takken. In een jong stadium kies je al minimaal 3 tot maximaal 7 hoofdtakken uit en snoeit de rest weg. Ook van de zijtakken die op de hoofdtakken zitten kan je er al een aantal wegknippen. Uitgaande van een heester van rond de meter begin je met het opknippen tot een hoogte van 50 cm.

Het jaar erop ga je weer een stukje hoger. Omdat je selecteert in het aantal takken, zal de energie naar die takken gaan, de afgeknipte takken vragen geen voeding meer. Het proces kan daardoor sneller gaan dan in de natuur.

Welke planten zijn hiervoor geschikt?
Vooral de wat hoger wordende heesters zoals Acer palmatum, Cornus kousa, Stewartia soorten maar ook onze inheemse Ligustrum vulgare kan op die manier als meerstammige plant als solitair worden toegepast. Niet gesnoeid aan de bovenkant geeft hij geurige bloemen en donkerblauwe bessen en is hij niet meer zo “gewoon” als een geknipte haag. Eigenlijk elke wintergroene of bladverliezende heester.

Koop je een spil, een ééntakkige plant, knip dan na één groeiseizoen de plant af op ongeveer 20 cm boven de grond. Hij zal gaan uitlopen op verschillende knoppen die nieuwe twijgen vormen en volg dan de uitleg voor het maken van een meerstammige boom. Want van sommige planten, bijvoorbeeld Parrotia persica, kan je op deze manier makkeijk zelf een meerstammige plant maken want vaak zijn ze òf niet te koop òf zeer prijzig.
Met andere woorden, kijk eens met andere ogen naar een plant met zijn toepassing en probeer sowieso eens iets anders dan Amelanchier, die overigens best mooi is, hoor.
Dat zijn grote woorden bovendien is een begrip als duurzaamheid onbruikbaar als je het niet specifieker maakt. Laten we eens kijken hoe het zit.
Die verantwoordelijkheid - als het gaat over bodem, water en ecologie - was er altijd alwant je kijkt als ontwerper tijdens de inventarisatie naar zoveel mogelijk aspecten. Met de huidige ontwikkelingen omtrent klimaat zijn bodem, water en ecologie prominenter in beeld gekomen. We spreken er zelfs over dat bodem en water sturend zijn in de planvorming.
Veelgehoorde kreten als: duurzaamheid, biodiversiteit, klimaatbestendig krijgen betekenis als je ze koppelt aan de situatie ter plekke. Wat speelt er? Wat is bruikbaar? Deze micro-groeiplaats omstandigheden kan de ontwerper inzetten als leidend bij het ontwerp. Kan - wel te verstaan - want de ontwerper maakt bewuste keuzes via analyse en concept, om uiteindelijk uit te komen bij het ontwerp. Die keuzes zijn noodzakelijk in een beperkte ruimte als een tuin.
De kunst is dat de ontwerper oplossingen aandraagt welke zowel recht doen aan de wensen van de consument als de gegeven omstandigheden. Het ontwerp maakt optimaal gebruik van die lokale omstandigheden. Optimaal in dit verband betekent: - het best haalbare - onder de gegeven omstandigheden, daar vallen ook de wensen, eisen en karakteristieken van de consument onder.

Wat er concreet gaat gebeuren hangt naast ontwerp ideeën ook sterk af van het soort opdrachtgever, de grootte van de klus en natuurlijk het budget.
Er is geen goed of fout. De ontwerper is zich bewust van wat er speelt of wat er in potentie aanwezig is, en maakt daar duidelijke keuzes in.
Daarbij speelt ook het gegeven dat hoe kleiner de tuin is hoe lastiger het wordt om ecologische processen de ruimte te geven. Dus hoe kleiner de tuin hoe scherper de keuzes moeten zijn. Ecologie vraagt tijd maar ook ruimte en schaal. Als ontwerper schep je de randvoorwaarden waarbij je rekening houdt met de (on)mogelijkheden. Soms ben je al ecologisch bezig door alleen maar een boom te plaatsen omdat dat het meest haalbare is.
Ontwerpers zijn professionals, zij zijn degene die door, in samenhang te ontwerpen - optimaal de potenties van de plek benutten en dat is de ene keer nu eenmaal groener en ecologischer dan de andere keer.
De ene ontwerper is de andere niet. Iedere ontwerper werkt vanuit een fascinatie of opvatting. Werken vanuit een bepaalde ideologie hoort in dit rijtje thuis. Het is zijn/haar visie op de werkelijkheid. Die visie ‘kleurt’ vanzelfsprekend het ontwerp, de oplossing of de mate van ‘groenheid’. Het een is niet beter dan het andere het gaat erom welke zienswijze het beste aansluit op de vraag van de consument.
Voor de consument is het handig om, voordat de opdracht verstrekt wordt, te weten vanuit welke opvatting een ontwerper werkt.

De positie van de OntwerpAcademie in deze is om uit te leggen wat ontwerpkunde nu eigenlijk is en uit welke ‘gereedschappen’ de gereedschapskist van de ontwerper bestaat. Er vanuit gaan de dat de ontwerper zelf een volledig beeld heeft over wat ontwerpkunde is en welke gereedschappen daarbij horen is het ten alle tijde aan de ontwerper zelf welke keuzes er gemaakt worden, waar de accenten gelegd worden en dus welke gereedschappen de ontwerper wel of niet toepast.
Heb je tips of aanvullingen? Laat het ons weten. Wij zijn benieuwd wat jouw ideeën hierover zijn.
Hoe zet je een beplantingsplan op?
Deze blog is het vervolg op het filmpje over het ontwerp van de Loetetuin als geurtuin, ontworpen door oud-student Annelies Zaal. Zij legt uit hoe ze tot dit ontwerp voor de opdrachtgever Wim van der Poel is gekomen.
In overleg met Wim en Annelies heb ik het beplantingsplan gemaakt en zal je op de foto’s de tekening die in het filmpje is te zien, herkennen.
Maar eigenlijk gaat het over het opzetten van een beplantingsplan in het algemeen. Waar begin je en wat bewaar je tot het laatst. Het maakt niet uit of het een tekening is van 3 meter lang of voor een kleine tuin, het principe blijft hetzelfde.
Klaar voor de start...
Als het goed is, heb je een BIP (beplantingsindicatieplan) gekregen of zelf gemaakt voor de tuin. Op grond daarvan ga je bladeren in je geheugen, internet of boeken welke planten bij deze bip zouden kunnen passen. In de het geval van de Loetetuin waren dat geurende planten die het jaar rond bloeien met nog wat speciale wensen van de eigenaar die plantenfreak is. Ook hoge en lage beplanting was van tevoren bepaald in de BIP.
In een Excel bestand heb ik planten verzameld die in aanmerking zouden kunnen komen incl. bloeitijd, grondsoort, zon/schaduw en soort plant (boom, (bladhoudende) heester, vaste plant. Dan hoef je niet steeds te bladeren in boeken maar heb je kaders gesteld. Bovendien kan je snel selecteren als je een bepaalde eigenschap zoekt (bloeit wit in mei).
Over de basistekening leg je een transparant/overtrekpapier waar je de bomen intekent want je begint met de hoogst wordende planten. Ben je tevreden, dan leg je je transparant onder je kalkeerpapier van de basis en trek je de bomen over + naam van de boom.
De volgende stap is het verdelen van de bladhoudende planten en coniferen die het hele jaar door structuur gaan geven. Ook weer op een transparantje en bij tevredenheid, overnemen op de basistekening.
Bij de tekening van de Loetetuin heb ik ook de winterbloeiers apart gedaan op deze manier. Bij kleinere tuinen kunnen die tegelijkertijd meegenomen worden met de bladverliezende heesters, want dat is de volgende stap.
Tot slot vul je de vaste planten in op dezelfde manier. Als je een bollenplan wilt bijleveren, doe je dit vaak echt in een aparte bijlage.
Als het goed is, is je tekening nu compleet. Ik heb de verschillende gewasgroepen ingekleurd zodat je snel de plek van bijv. een wintergroene heester kan vinden. Dit doe je alleen bij grote tuinen. Ook hadden we langs het pad de meters uitgezet en had ik in de beplantingslijst ook de plek in meters aangegeven zodat je snel weet waar de plant moet komen tijdens het aanplanten. Dat scheelt veel zoektijd.
Een zeer goede investering is het laten lamineren van de tekening. Één keer naar buiten met je papieren tekening en hij zit onder de grond of verfrommeld van de regen. Die kosten haal je er echt dubbel en dwars uit. Nog mooier is om een waterdichte digitale tablet te gebruiken; kan je inzoomen en heb je geen print nodig.
Deze volgorde van werken helpt je planten met hun verschillende functies binnen een plan evenwichtig te verdelen. Zo kun je voorkomen dat 2 wintergroene planten naast elkaar komen te staan en kun je in je boomkeuzes de verschillende bladtexturen laten afwisselen want die hebben veel invloed op het beeld doordat ze boven alles uitsteken. Je wordt niet afgeleid door andere plantgroepen, je concentreert je eerst hierop.
Nu zijn er vast meerdere wegen naar Rome. Heeft één van jullie een andere manier van aanpak? Ik ben erg benieuwd!
Frederiksoord; extra leslocatie voor de OntwerpAcademie

De OntwerpAcademie breidt uit naar Frederiksoord!
De kogel is door de kerk. We gaan in het Noorden van Nederland lesgeven. Daarmee komen we tegemoet aan een vraag die we vaak krijgen.
Frederiksoord
De leslocatie wordt Frederiksoord. Een naam die vooral bij de wat oudere hoveniers bekend in de oren zal klinken. Frederiksoord en Boskoop waren tuinbouwscholen met een goede reputatie in de jaren ‘70, ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw. Als je het vak wilde leren en serieus genomen wilde worden ging je naar een van deze twee scholen.
Die tijden zijn vervlogen. De gebouwen van Frederiksoord hebben jarenlang leeg gestaan net zoals de R.M.Tu.S. in Boskoop trouwens. De gebouwen van de voormalige tuinbouwschool in Boskoop zijn een paar jaar geleden helaas gesloopt. In Frederiksoord krijgt de voormalige tuinbouwschool met zijn tuinen een nieuw leven.
De OntwerpAcademie start daar, in de oude tuinbouwschool, op vrijdag 17 mei met de vakopleiding TuinArchitectuur. Docent Ploni Sikkes heeft de primeur om daar de eerste groep toekomstige tuinontwerpers les te geven.
Schrijf je nu alvast in! (link naar aanmeld formulier) of neem deel aan de online webinar van 25 maart 2024.
Tuinhaas
Ploni is een zogeheten tuinhaas. “Bijna 25 jaar geleden begon mijn groene carrière op de tuinbouwschool in Frederiksoord. Daar deed ik de opleiding tuinontwerp en management. We waren een van de laatste lichtingen en daarna sloot deze oudste tuinbouwschool van Nederland haar deuren, de tuinen raakten daarna in verval. Als oud tuinhaas kwam ik nog weleens wandelen omdat de plek destijds mijn hart had gestolen en hoopte dat er weer een initiatief kwam wat de tuinen weer zou doen herleven. Gelukkig heeft DE PROEF vorig jaar de verantwoordelijkheid genomen en zijn ze bezig om er weer een prachtige plek van te maken!”.
De oudste (voormalige) Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool werd opgericht in 1884 en is zeven hectare groot. De school was beroemd en had een grote praktische tuin. De sortimentstuin bestond uit meer dan 400 soorten bomen en heesters. “Ik herinner me de tijd dat er dagelijks groepen studenten met of zonder docent door de tuin liepen om planten te leren. En af en toe namen we een takje mee voor zelfstudie (wat natuurlijk niet de bedoeling was), vandaar onze bijnaam tuinhaas”.
DE PROEF
De tuinen raakten in verval en sinds vorig jaar is DE PROEF bezig om de gebouwen en de tuinen een nieuwe functie te geven gericht op de thema’s historisch groen, tuinbouw, voedsel, educatie, kunst en cultuur.
De voormalige tuinbouwschool wordt basaal opgeknapt, de kassen worden hersteld. De tuinen hebben flink achterstallig onderhoud en sinds oktober 2023 is een grote groep vrijwilligers bezig om eerst bramen, brandnetels en Japanse duizendknoop te verwijderen. Onder leiding van Heilien Tonckens werkt de groep vrijwilligers elke zaterdag aan het onderhoud. Er wordt een balans gezocht tussen het herstellen van erfgoed en ecologisch beheer, waarbij ecologisch beheer door herplanting het onderhoud vereenvoudigd. Op de tuin staan hele oude bomen, prachtig uitgegroeide exemplaren in hun natuurlijke verschijningsvorm.

De oude indeling blijft bewaard en er wordt ruimte gemaakt voor een actueel assortiment aan
bomen en struiken. De gehele tuin wordt ecologisch beheerd en DE PROEF laat zien dat schoonheid en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan.
“Als oud-tuinhaas met jarenlange ervaring in het vakgebied heb ik veel zin om daar les te mogen geven. Het is een inspirerende, groene en historische plek in ontwikkeling met veel mogelijkheden. Een perfecte plek voor een tuinontwerper in opleiding”!

3 Leslocaties
Met de start in Frederiksoord heeft de OntwerpAcademie 3 leslocaties: Boskoop, Houten en per 17 mei dus ook Frederiksoord.
Onze hoop is dat we met deze extra locatie tegemoet kunnen komen aan de vraag die we vaak vanuit het Noorden krijgen.
Lees ook
Hoe ziet een lesdag bij de vakopleiding Tuinarchitectuur er uit?
Tuinontwerpen; wat is het en hoe leer je het?
Aan de slag na je opleiding Tuinarchitectuur, hoe pak je dat aan?
Ontwerpen is een zoektocht naar helderheid
Hoe benader je een ontwerp vraagstuk?
Heb je ideeën of suggesties? Laat het ons weten via studentenzaken@ontwerpacademie.nl of meldt het op OA-Connect.

Wil je op de hoogte blijven?
Wordt dan lid van onze community OA-connect.