












Blended Learning bij de OntwerpAcademie
De OntwerpAcademie werkt al jaren met carrouselgroepen dat noemen wij ook wel instroomgroepen. We werken dus met 2 soorten groepen: vaste groepen en instroomgroepen. Instroomgroepen zijn dynamischer omdat het leren met elkaar en van elkaar daar meer tot uiting komt doordat er studenten bij elk nieuw lesblok zowel in- als uitstromen. Het dynamische onderwijs dat op die manier bij de instroomgroepen ontstaat wordt ook wel blended learning genoemd.
Onderwijs mix
Doorgaans wordt er met Blended Learning de variatie in online en digitale lesbijeenkomsten afwisselend plaatsvinden. Bij de OntwerpAcademie is de mix van onderwijsvormen verder doorgevoerd.
Waar studenten uitstromen stromen andere studenten weer in. Doordat er meerdere lesblokken zijn ontstaat er een mix van studenten die langer in de lessen zitten en studenten die als nieuweling een start maken met de lesblokken. Er is in het eerste jaar van de studierichting Tuinarchitectuur geen vaste volgorde waarin je de lesblokken volgt. Het maakt niet uit in welk lesblok je instroomt. De ene student start met het lesblok compositie, de ander met het blok groen en een derde start met visueel.
Mix van niveau- en kennis
De lessen worden dynamischer en interactiever als gevolg van kennis- en niveau verschillen van de studenten op deze manier leren studenten actief van elkaar. Het eigen tempo en de progressie van de student staat centraal. De docent stemt daar de didactiek en de werkvormen op af.
Wekelijks Online OpenAtelier
Als aanvulling op de fysieke lessen kunnen studenten met hun (huiswerk)vragen wekelijks terecht in het online OpenAtelier. Het is vrijblijvend, studenten hoeven niets te zeggen maar kunnen ook meeluisteren. Alle vragen rondom de vakopleidingen zijn welkom ongeacht de studierichting.
Vraaggestuurd
Alles wat de student thuis kan lezen doet de student thuis. Daarmee kunnen we de lestijd effectiever besteden.
Op deze manier ontstaat er meer tijd tijdens de lessen om studenten feedback te geven op het gemaakte (huis)werk en er is tijdwinst voor het actief verweven van theorie met de praktijk door middel van werkvormen.
Gedifferentieerd onderwijs krijgt bij de OntwerpAcademie vorm en inhoud door:
Meer groen, beter groen?
Het moet allemaal groener, veel groener. Willen we onze leefomgeving leefbaar houden dan zullen we de omgeving aantrekkelijker, groener en gezonder moeten maken, op een zodanige manier dat biomassa en biodiversiteit zich stevig kunnen ontwikkelen. Niet in de marge maar robuust. Om dat te realiseren heb je veel groene oppervlakte nodig dat maximaal verbonden is met andere groenvoorzieningen.
Aan de ene kant praten we over de hoeveelheid aan de andere kant gaat het over de kwaliteit; dat gaat ondermeer over: de juiste plantensoort op de juiste plek, groeiplaatsomstandigheden, functies en natuurlijk de ruimtelijke setting, want het oog wil ook wat.
Dat laatste klinkt oppervlakkiger dan het is, want goed geselecteerd en geplaatst groen bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van onze openbare (leef)ruimte en legt daarmee de basis voor ons welbevinden, sociale cohesie en niet op de laatste plaats: de duurzaamheid. Duurzaam begint bij een goed doordacht plan waarbij alle aspecten: biotisch, abiotisch en esthetisch zijn meegenomen.

Beplantingsspecialist – beplantingsontwerper
Een beplantingsspecialist is een professional die op de eerste plaats beschikt over een grote hoeveelheid plantenkennis. Dat begint met sortimentskennis, het kennen en herkennen. Weten waar je de plant kunt toepassen en welk onderhoud daarvoor nodig is.
Daarnaast beschikt de beplantingsspecialist over ontwerpvaardigheden. Dat is belangrijk want als je wel beschikt over plantenkennis maar niet weet hoe je de beplanting in architectonische zin moet toepassen dan blijf je steken in wat ik zelf ‘vakkenvullen’ noem. Je kijkt weliswaar naar de plantensoort en de omstandigheden maar je vraagt je niet af welk effect of gevoel de beplantingsingreep teweeg moet brengen en welke hoogte, vorm en textuur daarvoor nodig zijn. De specialist is zowel bekend met de botanische kant als de esthetische toepassingsmogelijkheden van beplantingen. Voor dit laatste aspect zijn ontwerpvaardigheden onmisbaar.
Van Beplantingsadviseur naar Beplantingsspecialist
Beplantingsspecialisten ontwerpen met beplanting. Dat betekent dat een specialist ook zelf in staat is om ontwerpuitgangspunten te formuleren voor een ontwerp of plan dat gemaakt is door derden. De beplantingsspecialist is in staat zelf een visie te ontwikkelen en maakt op basis daarvan een beplantingsindicatieplan. Dat is een groenstructuur met uitspraken over de verschijningsvorm van het groen en hoe de verschillende functies en ruimtes zich verhouden tot elkaar. Eerst moet er een helder vertrekpunt zijn, een visie of ontwerpplan alvorens er nagedacht kan worden over plantensoorten. Om dit te kunnen doen beschikt de beplantingsspecialist over basis ontwerpvaardigheden.
In de praktijk van niet-ontwerpers zie je dat er in veel gevallen andersom gewerkt wordt. Er is een wensenlijst van soorten die de voorkeur hebben, vaak geeft de opdrachtgever zo’n lijstje. Vanuit die lijst krijgen planten een plek in het ontwerpplan toegewezen. Er ontstaat op deze manier weliswaar een groen plan maar zonder enige betekenis, verhaal of samenhang. Beplantingsspecialisten ontwerpen met beplanting als middel om ontwerpideeën uit te drukken dat is een fundamenteel andere benadering.

Beroepsperspectief en toekomst
We leven in een turbulente tijd. Er moet veel gebeuren. De natuur is er niet dankzij de mens maar wij zijn er dankzij de natuur! En om die natuur terug te brengen in onze stedelijke omgeving en daarmee onze leefomgeving leefbaar te maken en te houden zijn tuin- en landschapsontwerpers en beplantingsspecialisten hard nodig. Genoeg te doen dus!
2-jarige opleiding, doorgaande leerlijn
De 2-jarige vakopleiding Beplantingsspecialist in ingeschaald op NLQF niveau 5 (vergelijkbaar met het AD-traject in het HBO).
Het accent in het eerste jaar ligt op het kennen en herkennen van planten, in het tweede jaar werkt de student vanuit de vier beroepsrollen: ecoloog, ontwerper, verbinder en beheerder, en is er bijzondere aandacht voor het ontwerpen met beplanting op een grotere schaal met meer complexiteit.
Net zoals bij andere vakopleidingen ligt de kennis over bodem, water en ecologie aan de basis van de opleiding.
Op 25 november is er een webinar van 19.00 - 20.00 uur.
Meld je via deze link aan voor deelname.
De noodzaak van een Beplantingsadviseur!
Als gevolg van de klimatologische veranderingen zijn goede beplantingsadviseurs meer dan nodig. Zij zijn de professionals die de specifieke kennis hebben om voor elke denkbare situatie – vooral als de omstandigheden extreem zijn, zoals bij gevels en daken - plantvoorstellen te ontwikkelen. Het samenstellen van goed functionerende plantcomposities leveren een bijdrage aan de biodiversiteit.

Meer dan kennen en herkennen
Het vak van de beplantingsadviseur omvat basis onderdelen als: sortimentskennis, taxonomie, nomenclatuur, morfologie. Daarmee zijn de beplantingsadviseurs in staat om aan de hand van de verschijningsvorm van de plant te zien tot welke familie de plant behoort en op deze manier te bepalen welke eisen de plant stelt aan de groeiplaatsomstandigheden. Zo krijgt het kennen en herkennen van planten meer diepte.
Hoewel sortimentskennis de basis vormt van het vak Beplantingsadviseur beschikken deze professionals over de vaardigheden om hun plantenkennis aan de hand van de praktijk verder uit te breiden. Het is belangrijk dat de beplantingsadviseur op een praktische manier kan omgaan met het continu uitdijende aanbod van planten, waar het een komen en gaan is van oude en actuele plantensoorten.

Werk genoeg!
Er is bijna geen plek te bedenken waar de beplantingsadviseur niet aan de slag kan: samenwerking met een tuincentrum waar de adviseur optreedt als kenner van het sortiment en de toepassing ervan. Als toegevoegd deskundige kan de adviseur aan de slag, samen met een hoveniersbedrijf waar hij of zij beplantingsplannen maakt en deze plannen uitwerkt tot gedetailleerde uitvoeringsplannen waarmee de hovenier aan de gang kan.
Van beplantingsadviseurs mag je verwachten dat ze met originele plant selecties komen in plaats van automatisch terug te vallen op trendmatige oplossingen die in de meeste gevallen minder duurzaam zijn. Vanzelfsprekend kan een beplantingsadviseur ook als zelfstandige aan de slag. Hoe dan ook het is een kansrijk beroep dat – gezien de klimaatontwikkelingen – steeds belangrijker zal worden.

Verbindende schakel
Beplantingsadviseurs staan tussen de tuinontwerper en de hovenier in, zij vormen de verbindende schakel tussen deze vak professionals. Met hun praktische benadering vertalen ze de tuinontwerp uitgangspunten naar een aansprekend beplantingssortiment. Beplantingsadviseurs zijn op de hoogte van actuele en toekomstbestendige plantensoorten.
Beplantingsspecialisten gaan daarentegen een stap verder ten opzichte van de beplantingsadviseurs zij beschikken over ontwerpvaardigheden waarmee ze de ontwerpuitgangspunten kunnen vertalen naar groenstructuren en zogenoemde beplantings indicatie plannen. Dat zijn plannen waarbij de hoofdlijnen van de groenstructuren gegeven worden. Beplantingsspecialisten denken na over de architectonische kant van de beplanting, werken met streefbeelden om daarmee te laten zien welke beheersmaatregelen er in de toekomst nodig zijn.

Ontwerpideeën
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Het maken van beplantingsplannen gaat over het kiezen van het juiste materiaal op een zodanige manier dat daarmee de ontwerpideeën het meest treffend worden uitgedrukt. Het expressief maken van ontwerpideeën met (plant)materiaal noemen ontwerpers doorontwerpen. Het mooie van deze manier van werken is dat het ontwerpwerk leuk blijft en je altijd op originele oplossingen uitkomt dat verder gaat dan eenvoudigweg het wensenlijstje van de klant een plek geven in het beplantingsplan.
Elke eerste maandagavond van de maand organiseren we PodiumBoskoop, lezingen waarbij het Podium door deskundigen gebruikt wordt om een aspect van het groene vak te belichten. PodiumBoskoop is een laagdrempelige manier om te netwerken, (oud)studenten te spreken en kennis te delen.
Naar aanleiding van de lezing: Ontwerpen met natuur’ met Cor Simon werden er vragen gesteld. Het beantwoorden van die vragen doen we aan de hand van drie blog artikelen.

In steden als Rotterdam is de bodem vaak verontreinigd (niet geschikt voor moestuin) kun je een voedselbos aanleggen? Hoe ga je daar mee om?
Verontreinigde grond treffen we op veel plaatsen aan in Nederland. Rotterdam is daar geen uitzondering op. De ene verontreiniging is de andere niet. Een grond kan vervuild zijn met zware metalen, organische stoffen of bijvoorbeeld met puin.
In principe kun je overal een voedselbos aanleggen. Het wordt een ander verhaal als het bedoeld is als productiebos voor menselijke consumptie. In hoeverre groentes, fruit en vruchten vervuild zijn hangt onder andere af van de grondsoort, de zuurgraad en natuurlijk het soort vervuiling.
Vraag je bij (ernstige) vervuiling sowieso af hoe belangrijk het is een eetbare tuin te hebben. Plantenbakken zijn op vervuilde plekken een verstandige optie of je dan nog kunt spreken van een voedselbos is een andere vraag?

Zijn tuinen/parken natuur of cultuur?
Met uitzondering van de waddenzee zijn er in Nederland geen plekken te vinden die niet door de mens op de schop zijn genomen. Het laatste stuk oerbos in de buurt van Beekbergen is zo’n 150 jaar geleden gekapt. De mens controleert, grijpt in en zet de natuur geheel of gedeeltelijk naar zijn hand. Op die manier zijn er ook zogenoemde half-natuurlijk landschappen ontstaan. De Veluwe met de heidevelden is daar een voorbeeld van, het maakte deel uit van een agrarisch systeem. Deze agrarische cultuur landschappen hebben verschillende verschijningsvormen, denk aan de veenpolders met de kenmerkende grazige weilanden en de esdorpen in het oosten van het land
Cultuurlandschap of niet, de onderliggende natuurlijke processen gaan gewoon door, die zijn niet stop te zetten. Denk aan de waterhuishouding of de eigenschappen die een bepaalde grond heeft. Het is die unieke combinatie van bodem, water en ecologie die aan de basis ligt van een bepaalde vegetatie. Successie speelt een cruciale rol binnen de ecologie. Zonder beheer of onderhoud zou er als gevolg van successie op veel plaatsen bosachtige begroeiingen ontstaan.
Wat we als ontwerpers doen of behoren te doen is zoveel mogelijk ‘meebuigen’ met die natuurlijke processen. Anders gezegd; ontwerpers brengen de groeiplaatsomstandigheden in beeld en verknopen dat zo optimaal mogelijk met de context, de architectuur van de woning en het programma van de opdrachtgever.
Parken en tuinen, buitenplaatsen en landgoederen zijn cultuur voorbeelden waar we al ontwerpend gebruik maken van natuurlijke processen. Om dat goed te doen is kennis van bodem, water en ecologie onontbeerlijk.
Resumerend; tuinen en parken kun je zien als cultuur uitingen wat we ook doen we hebben op elke plek te maken met natuurlijke processen. De ontwerper heeft de regie en bepaalt welke aspecten van die natuurlijke processen verweven worden met het ontwerp.
Heb je ideeën of suggesties? Laat het ons weten via studentenzaken@ontwerpacademie.nl of meldt het op OA-Connect.