Biodiversiteit in de tuin. Een nieuw jaar, nieuwe kansen!

January 7, 2022
Dolf Houtman

Het belang van biodiversiteit is groot, zó groot dat er op mondiaal niveau afspraken worden gemaakt in de Conventie voor Biologische Diversiteit. Hierin maken de betreffende landen zich sterk de biodiversiteit te behouden en te beschermen. Ik zou daar zelf nog de ambitie ‘verhogen’ aan willen toevoegen want behouden en beschermen betekent nog niet automatisch dat de biodiversiteit toeneemt. Maar hoe kunnen we dat bewerkstelligen?

Het woord biodiversiteit is een samenvoeging van de twee begrippen biologisch en diversiteit. De term biodiversiteit wordt gebruikt om de verscheidenheid van levende organismen in een bepaald gebied aan te duiden. Dit gebied kan een continent zijn, een land of... je achtertuin. Het omvat alle dieren, planten en micro-organismen die samenwerken in een ecosysteem.

Waarom is biodiversiteit belangrijk?

Veel biodiversiteit betekent dat er sprake is van een hoge mate aan verscheidenheid in soorten. Hoe groter de aanwezigheid van veel verschillende soorten flora en fauna, hoe complexer en minder kwetsbaar het systeem. Denk maar aan een bos, daar kun je onder andere een kruidenlaag, struwelenlaag en bomenlaag onderscheiden. Complexe systemen zijn over het algemeen minder kwetsbaar voor ziekten en plagen, een grotere soortenrijkdom betekent namelijk dat de groepsgrootte van een soort kleiner is, er zijn immers meer soorten op dezelfde oppervlakte. Als je een bos vergelijkt met bijvoorbeeld een maïsveld – een gebied met maar een soort, namelijk maïs – dan kun je je voorstellen dat bij het uitbreken van een plaag een maisveld kwetsbaarder is. Het effect van een schimmelaantasting zal groter zijn. Er zal dan alles uit de kast moeten worden gehaald om de aantasting de kop in te drukken. In de openbare ruimte zien we een soortgelijk probleem in de bestrijding van de eikenprocessierups bij ellenlange lanen die zijn aangeplant met dezelfde soorten eiken. Ook hier is het systeem te weinig complex, te weinig gelaagd, te weinig gevarieerd in soorten en dus kwetsbaar.


Meer biodiversiteit!

Biodiversiteit is dus belangrijk. Als we kijken naar de natuur vinden we daar ook antwoorden op onze vragen. Want de natuur laat niets onbenut en komt biodivers gezien altijd met de meest optimale oplossing binnen de gegeven omstandigheden. Braakliggende grond bestaat praktisch niet. En als we maar lang genoeg wachten veranderen zelfs de meest harde omgevingen in groene oases met een veelheid aan soorten. Het plaatsje Doel aan de westkant van Antwerpen is daar een mooi voorbeeld van. En Louis Le Roy was ons midden jaren ‘70 van de vorige eeuw al voor met zijn ecokathedralen.

“De natuur laat niets onbenut en komt biodivers gezien altijd met de meest optimale oplossing binnen de gegeven omstandigheden”


Meer diversiteit in flora en fauna betekent meer variatie in levensgemeenschappen. Meer diversiteit in levensgemeenschappen ontstaat als er sprake is van variatie in groeiplaatsomstandigheden zoals grondsoort, voedingstoestand, zuurgraad, waterhuishouding, oriëntatie op zon en wind. Naast het gamma aan abiotische omstandigheden zijn aspecten als schaal, variatie en porositeit bepalend voor die diversiteit. Een tuin op het zuiden die volledig is verhard met kleinschalig materiaal als een klinker, heeft ecologisch - hoe beperkt ook - meer te bieden dan wanneer dezelfde tuin is verhard met grootschalige tegels met nauwelijks voegen. Als we in dit voorbeeld variëren met de grootte van de voegen, dan levert dat ecologisch gezien nog meer op. Meer porositeit betekent dat je nadenkt over het creëren van meer oppervlakte, gaatjes, randjes, kuiltjes enz. waar insecten terecht kunnen voor nestgelegenheid, voedsel en veiligheid. Dat effect wordt sterker als een deel van de verharding hoger of juist lager ligt.

De geleidelijkheid in overgangen speelt een alles bepalende rol. Gradiënten noemen we dit in de ecologie. Hoe geleidelijker het gradiënt hoe meer kansen er bestaan voor habitats. Een overgang van droog naar nat is een goed voorbeeld dat we allemaal wel kennen. Een natuurvriendelijke oever is een oever met een geleidelijk verloop van nat en laag naar droog en hoger. Hoe breder de oever, hoe meer kansen je creëert voor bepaalde levensgemeenschappen.

Het plaatsen van een schoeiing zorgt juist voor een abrupte overgang van nat naar droog. Deze ‘oplossing’ biedt nauwelijks kansen voor biodiversiteit.

Uit dit voorbeeld blijkt direct dat we in de praktijk keuzes zullen moeten maken. Er is niet altijd voldoende ruimte, tuinen zijn beperkt wat betreft afmetingen en over het algemeen hebben we veel wensen op ons verlanglijstje staan die allemaal een plek moeten krijgen in diezelfde tuin.

Ontwerpkeuzes in de tuin

Werken aan biodiversiteit start met een gedegen inventarisatie van de situatie ter plekke waarbij je de bestaande situatie zoveel mogelijk als uitgangspunt neemt en verbindt met de wensen en eisen van de opdrachtgever. Met vakkundig ontwerpwerk creëer je bewust kansen en groeiplaatsomstandigheden die aansluiten bij de schaal en het gebruik van de tuin. Het maken van duidelijke ontwerpkeuzes is onlosmakelijk verbonden met biodivers ontwerpen want veel tuinen zijn te klein om er maar van alles te willen. Beter een goed geplaatste boom die tot in lengte van jaren kan blijven staan dan de tuin op voorhand vol zetten met vermeende insectenvriendelijke planten. Maak gebruik van wat er is en ontwerp bewust groeiplaatsfactoren en stem daar de beplanting op af. Bovenstaande is overigens vooral een pleidooi voor het integraal benaderen van het ontwerpvraagstuk met een unieke benadering per tuin, want, de ‘biodiversiteitslat’ ligt bij elke tuin weer anders.

“Met vakkundig ontwerpwerk creëer je bewust kansen en groeiplaatsomstandigheden die aansluiten bij de schaal en het gebruik van de tuin”


Andere beelden, andere mindset

In de huidige praktijk zien we twee uitersten: aan de ene kant de dier-, plant- en eetvriendelijke tuin inclusief het verticaal tuinieren. Aan de andere kant de ultra strakke tuin, vaak als verlengde van de woonkamer inclusief alle technische voorzieningen en luxe overkappingen. Het een is niet per se beter dan het ander. Wel geldt: hoe strakker de tuin, hoe groter de afstand tot biodiversiteit. Een goede tuinontwerper zoekt per situatie naar kansen en verknoopt op vakkundige wijze de potentie van de plek met de eisen van de opdrachtgever. Ontwerpers regisseren, leggen accenten en maken het eigene van de plek beleefbaar. De biodiversiteit als functie van het hedendaagse tuinontwerp is in balans en steeds afgestemd op het best haalbare. Het boek ‘De Groene Omgeving’ van Arie Koster levert inspiratie over hoe je kunt ontwerpen met natuurbeelden.

No items found.